Net als Nederland voert ook Canada een intensief debat over verlenging van de militaire missie in Afghanistan. ‘Het is noodzakelijk dat we herdefiniëren wat haalbaar is’, zegt de Canadese denker en politicus Michael Ignatieff.

Door Frank Kuin

OTTAWA. Nederland en Canada moeten nauwer samenwerken om de NAVO te bewegen tot een duidelijker strategie in Afghanistan. Beide landen, elk verwikkeld in een intensief debat over voortzetting van hun militaire missies in zuidelijk Afghanistan, dragen wegens hun militaire bijdragen aan de ISAF-missie genoeg gewicht om samen „een vuist te kunnen maken” en te eisen dat bondgenoten op een effectieve manier rouleren.

Michael Ignatieff

Michael Ignatieff

Dat zegt Michael Ignatieff, publicist op het gebied van internationale betrekkingen en tegenwoordig adjunct-oppositieleider in het Canadese parlement. Deze week is Ignatieff, die bekendheid verwierf als intellectueel op het gebied van mensenrechten en essayist voor onder meer The New York Times, in Nederland om een eredoctoraat in ontvangst te nemen aan de Universiteit van Tilburg.

„Zowel de Nederlanders als de Canadezen hebben, wegens hun deelname tot nu toe, het recht verworven om naar de NAVO te stappen en te zeggen: het is tijd om te definiëren wat de strategische doelen in Afghanistan zijn”, aldus Ignatieff, parlementslid voor de Liberale Partij van Canada. „Het volstaat niet dat de Nederlanders een debat voeren over wat Nederland moet doen en de Canadezen over wat Canada moet doen. We moeten gezamenlijk optreden, met de Britten en de Amerikanen, met wie we de zware lasten dragen, en zeggen: het is noodzakelijk dat we herdefiniëren wat haalbaar is.”

Evenals in Nederland woedt in Canada een debat over verlenging van de gevechtsmissie in zuidelijk Afghanistan. Canada is sinds bijna twee jaar met ongeveer 2.500 militairen gelegerd in Kandahar, de bakermat van het voormalige Talibaanregime. Bij gevechten en aanslagen zijn 72 Canadezen gesneuveld. De Conservatieve premier Stephen Harper wil het huidige mandaat, dat in februari 2009 afloopt, verlengen tot 2011. Hij regeert echter met een minderheid en heeft niet genoeg parlementaire steun voor voortzetting. De Canadese bevolking twijfelt volgens opiniepeilingen sterk aan de operatie.

De Liberalen, die in de huidige parlementaire verhoudingen de doorslag zouden geven bij een stemming over de missie, vinden dat Canada zich vanaf 2009 moet richten op wederopbouw (twee kleinere oppositiepartijen zijn tegen verlenging). Volgens de Liberalen, onder wier gezag Canada aan de operatie in Kandahar begon, moet de gevechtsrol in 2009 worden overgenomen door andere NAVO-lidstaten. Er bestaat een grote kans op vervroegde verkiezingen in 2008, voorafgaand aan een definitief besluit over verlenging van het Canadese mandaat.

Wat vindt u dat Canada na februari 2009 moet doen?

„Mijn partij heeft gezegd dat de Canadese betrokkenheid niet onbegrensd kan zijn. We kunnen niet voor altijd blijven. Wat ons betreft is februari 2009 de datum dat wij de gevechtsrol overdragen aan een andere krijgsmacht. We laten Afghanistan niet in de steek, maar we hebben wel het recht aan onze bondgenoten te vragen: wat doet de NAVO hier eigenlijk? En worden de lasten voldoende verdeeld? De stemming in Canada is niet dat de missie ondoenlijk is, of dat het dodental niet acceptabel is, maar waar doen we dit voor en waar gaat het naartoe?”

Canada en Nederland kunnen „samen leiding geven” aan de opstelling van duidelijkere doelen en afspraken door de NAVO, aldus Ignatieff, met name een strategie ten aanzien van de grens met Pakistan, een aanpak om de loyaliteit van leidinggevenden in het Afghaanse zuiden te winnen, en een tijdschema voor de training van Afghaanse militairen en politie. Een dergelijke rol past bij hun positie als „middelgrote machten,” meent hij. „Landen als de onze hebben een belangrijke rol in de wereld. Nederland en Canada hebben invloed, laten we die gebruiken.”

Hoe ziet u ons gemeenschappelijk belang?

„Er is een breder doel voor onze landen, en dat is dat geen van ons in een wereld wil leven waarin je Washington moet bellen op elk moment dat er iets mis gaat. Ik wil in een wereld leven waarin je ook Ottawa kunt bellen, waarin je Den Haag kunt bellen, en Brussel, Parijs, Londen en Berlijn. Een wereld waarin we de lasten van de bescherming van mensenrechten en ontwikkeling delen. Wij moeten het onze doen – en hebben dat gedaan, evenals de Nederlanders. We moeten samenwerken en een wereld vormen waarin we elk een rol spelen bij het scheppen van veiligheid.”

Maar de deadline voor voortzetting van de missie in zuidelijk Afghanistan nadert snel. Wat moeten we doen als blijkt dat we de andere bondgenoten niet kunnen bellen?

„Ik ga niet in op een hypothetisch geval.”

Het is méér dan een hypothetisch geval: niemand staat klaar om de zuidelijke gebieden over te nemen.

„Zitten we in een alliantie of niet? Dit is geen Canadees probleem, het is een NAVO-probleem. Canada kan niet oneindig blijven omdat andere landen zeggen: wij gaan niet. Moeten wij dan zeggen: goed, dan blijven wij nog wel tien jaar? Nee! We zijn in onderhandeling met onze bondgenoten. En de beste manier om te onderhandelen is te zeggen: wij hebben het onze gedaan, nu is het jullie beurt. Als het werkelijk een strategisch doel is van de NAVO om Afghanistan overeind te helpen, dan wordt er wel iemand gevonden.”

Maar u zegt ook dat Ottawa gebeld moet kunnen worden. Is het juist niet premier Harper die daarvoor staat? Hij wil dat Canada op de ingeslagen weg doorgaat.

„Niemand kan zeggen dat Canada geen zwaar werk heeft gedaan. Ik zeg ook: niemand in mijn partij wil Afghanistan in de steek laten. We moeten militair betrokken blijven na februari 2009. Alleen niet in een gevechtsrol, dat hebben we dan 3,5 jaar gedaan. Het is tijd dat andere landen bijspringen.”

Dus als Harper een verlenging van de missie aan het parlement voorlegt, stemt u tegen?

„Het directe antwoord op die vraag is ‘ja’. De verschillen tussen het standpunt van de Liberale partij en dat van Harper zijn duidelijk: 2009 of 2011; een gevechtsrol of een rol op het gebied van training en veiligheid. Het Canadese electoraat zal moeten oordelen welke aanpak het steunt. Harper hoopt op een parlementaire meerderheid bij de volgende verkiezingen, en dan houdt hij ons daar. Hij wil Canada langer binden aan een missie waarover de bevolking grote twijfels heeft. In onze ogen bestaat daarvoor geen basis.”

U bent terughoudender dan u was in uw volle steun voor de invasie van Irak, waarover u deze zomer heeft geschreven dat u zich heeft vergist. Wat heeft u van die vergissing geleerd?

„Het is waarschijnlijk waar dat Irak de aandacht van Afghanistan heeft afgeleid. Maar ik was nooit een havik voor de oorlog. Ik besefte dat de oorlog in Irak een zeer riskante onderneming was, maar achtte het het risico waard om een regime omver te werpen dat zich schuldig maakte aan massamoord. Want ik was in Koerdistan geweest, en had gezien wat Saddam de Koerden aandeed. Ik heb echter niet voorzien dat een paar honderdduizend Irakezen zouden omkomen. Ik heb de prijs niet juist ingeschat. Voor zo’n inschattingsfout moet je verantwoordelijkheid nemen, en dat heb ik gedaan.”

Ignatieff houdt woensdag een lezing aan de Universiteit van Tilburg. Meer via www.nexus-instituut.nl

Canadese militairen evacueren gewonde soldaten nadat hun voertuig werd geramd door een tegenligger, nabij Kandahar-Stad. Foto Corporal Robin Mugridge

Canadese militairen evacueren gewonde soldaten nadat hun voertuig werd geramd door een tegenligger, nabij Kandahar-Stad. Foto Corporal Robin Mugridge

Van befaamd intellectueel en publicist in Harvard tot politicus in Ottawa

„O zeker, zonder twijfel,” zegt Michael Ignatieff, gevraagd of hij er goed aan heeft gedaan een overstap te maken van zijn carrière als befaamd intellectueel rond mensenrechten naar de politiek van zijn geboorteland Canada. Tegenwoordig is Ignatieff vicevoorzitter van de oppositionele Liberale fractie in het Canadese Lagerhuis. „Niets is precies zo gegaan als ik had verwacht, maar ik ben blij dat ik het heb gedaan”, zegt hij in zijn appartement in Ottawa, met uitzicht op het parlement.

Twee jaar geleden keerde Ignatieff tot veler verrassing terug naar Canada, na een decennialang verblijf als publicist in Groot-Brittannië en de VS, de laatste vijf jaar in Harvard. Hij stelde zich kandidaat voor een parlementszetel. Die won hij. Hij stelde zich kandidaat voor het leiderschap van de Liberalen. Dat won hij net niet. Nu is hij de tweede man bij de Liberalen, de middenpartij die Canada vaak regeert maar nu oppositie voert.

Ignatieff, als academicus sterk voorstander van humanitaire interventies, heeft als politicus zijn standpunten moeten matigen. „Ik heb in de politiek geleerd dat je geen beleid kunt maken op basis van je eigen morele overtuigingen alleen. Je moet je burgers er ook van overtuigen. Een intellectueel in de politiek kan de fout maken te denken dat zijn standpunten mensen vanzelf overreden, omdat ze zo logisch zijn. Maar zo werkt het niet. In de politiek moet je voor je ideeën vechten. Dat maakt het heel anders dan het intellectuele bestaan, maar ook veel spannender.”

This post is also available in: Engels

Tagged with:
 

One Response to ‘Duidelijkere strategie nodig in Afghanistan’: Ignatieff

  1. […] Ignatieff, die in de jaren tachtig en negentig in Groot-Brittannië verbonden was aan de universiteiten van Oxford en Cambridge, wordt beschouwd als de beste man om van de Liberale partij weer de ‘natuurlijke regeringspartij van Canada’ te maken. Hij spreekt vloeiend Engels en Frans, en ligt goed in de Franstalige provincie Québec, waar intellectuele leiders worden gewaardeerd. Zijn politieke visies zijn centristisch, met een nadruk op sociale rechtvaardigheid en een actieve rol voor Canada in de wereld. Hij steunt de militaire operatie van Canada in zuidelijk Afghanistan. […]

Laat een reactie achter bij Liberalen wijzen publicist Ignatieff aan als leider | Standplaats Canada Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *