Na een week met twee dodelijke aanslagen op militairen in uniform door binnenlandse daders maakt Canada een eerste balans op. Velen willen dat hun land niet verandert. „We hopen dat onze regering en ons parlement toegankelijk blijven.”
Door Frank Kuin
Ottawa. Met een vriendin is Patricia Roth uit Ottawa naar het nationale oorlogsmonument in het centrum van de Canadese hoofdstad gekomen, waar deze week een militair werd doodgeschoten door een schutter die vervolgens het parlement binnendrong. In stilte betuigen ze hun eer bij bloemen die bij het monument zijn neergelegd.
„We willen stilstaan bij het tragische verlies van zo’n jonge soldaat”, zegt Roth. „We hebben in Canada wel vaker te maken gehad met schietpartijen, maar dit confronteert ons met de opkomst van radicalisering. Ottawa is een levendige hoofdstad met evenementen waar veel mensen op af komen. We hopen dat onze regering en ons parlement toegankelijk blijven.”
Bloemen bij het nationale oorlogsmonument in de Canadese hoofdstad Ottawa, ter ere van korporaal Nathan Cirillo, die deze week omkwam bij een aanslag.
Aan het eind van een week waarin twee aanslagen werden gepleegd op Canadese militairen door binnenlandse daders met mogelijk jihadistische motieven, en tientallen schoten werden afgevuurd in de wandelgangen van het parlement, maakt Canada een voorzichtige balans op. Een debat over de aanpak van binnenlandse jihadisten, dat tot deze week niet bovenaan de agenda stond, is plotseling op scherp gezet. Maar is het land wezenlijk veranderd door de aanslagen?
Velen spreken hun hoop uit van niet. „We zijn allemaal trots op onze democratie en op onze vrijheden, en we gaan onszelf niet laten definiëren door een gewelddadige actie”, zegt Peggy Nash, parlementslid van de sociaal-democratische NDP, de grootste oppositiepartij. Met enkele collega’s is ze van het parlement naar het oorlogsmonument gelopen. Gewoon over straat, zonder beveiliging, zoals gebruikelijk in Ottawa, een hoofdstad gekenmerkt door een informele sfeer.
„We zijn allemaal trots op onze democratie en op onze vrijheden”
Nash zat net als haar collega’s woensdag de hele dag vast in het parlementsgebouw, een „angstaanjagende ervaring”. Maar ze pleit ervoor geen overhaaste dingen te doen in reactie op de aanslagen, en ontspannen tradities voort te zetten – de wekelijkse yogasessie op het veld voor het parlement in de zomermaanden bijvoorbeeld. „We zijn een land dat heel vrij is en heel open, ons parlement is heel toegankelijk”, zegt ze. „Ik denk dat dat niet moet veranderen.”
Toch is zeker nog niet alles bij het oude in Ottawa. Het parlement en het veld ervoor zijn nog afgesloten voor het publiek sinds de 32-jarige dader, Michael Zehaf-Bibeau, met een geweer afstormde op vergaderkamers voor fractieleden van de regerende Conservatieven en de NDP, voordat hij zelf werd doodgeschoten. Straten in de omgeving zijn nog afgezet met hekken en politieauto’s. Vlaggen hangen halfstok.
De vlag op het Canadese parlement hangt halfstok na de aanslag van deze week.
Maandag kwam een militair om bij een aanslag in Quebec, toen een geradicaliseerde man op hem inreed. Hoewel er geen directe band is gevonden tussen de twee daders, waren beiden bekeerd tot de islam en sociaal geïsoleerd. Mogelijk ging het bij de aanslagen in Ottawa om een impulsieve copycat-actie.
Reden voor grote Amerikaanse televisienetwerken om deze week hun tent op te zetten in Ottawa en breeduit te berichten over de ‘aanval op Canada’, een land onder hoogspanning in het vizier van terroristen. Canadezen deinzen er echter voor terug de situatie bovenmatig te dramatiseren. Ze koesteren hun verdraagzame en multiculturele maatschappij, wars van grootspraak en epische tegenstellingen.
Michael Zehaf-Bibeau op een foto die de ronde doet op Internet.
Velen zien een aanslag door een gestoorde man met een geweer bij voorkeur als een aanslag door een gestoorde man met een geweer. Dat strookt tot op zekere hoogte met het beeld dat zich heeft gevormd van Zehaf-Bibeau als een dader die weliswaar tekenen vertoonde van radicalisering, maar ook van geestelijke onstabiliteit die vergelijkbaar is met eenzame schutters die een school of winkelcentrum als doelwit kiezen.
Het is dan ook de vraag of Ottawa onveranderd zal blijven na de aanslagen van deze week, die door premier Harper zijn aangemerkt als terreurdaden. Het Conservatieve kabinet wil binnenlandse terroristen en jihadisten harder aanpakken – onder meer door de politie en inlichtingendiensten grotere bevoegdheden te geven om verdachten in de gaten te houden. Zehaf-Bibeau stond niet op een watchlist van 93 vermeende jihadisten. Er is geen twijfel dat de beveiliging van het parlement onder de loep zal worden genomen.
„Of dit zal leiden tot blijvende veranderingen zal ervan afhangen of de gebeurtenissen van deze week deel zullen blijken van een systematische bedreiging van onze veiligheid”, zei de politieke analist Bruce Anderson tegenover de Canadese omroep CBC. „Er is nog lang niet genoeg bewijs om dat nu vast te stellen.”
Twee militairen staan op erewacht bij het nationale oorlogsmonument in de Canadese hoofdstad Ottawa.
—
Foto van omgekomen militair bij monument tienduizenden keren gedeeld op Twitter
Korporaal Nathan Cirillo, die deze week omkwam bij het nationale oorlogsmonument in Ottawa, ging een week geleden op de foto met een toerist, zo bleek uit een tweet die kort na zijn dood verscheen:
On Sunday, we asked a very handsome guard for a picture with my friend visiting from Cali – RIP Nathan Cirillo pic.twitter.com/q80EZ6nwmo
— Megan Underwood (@megunder) October 22, 2014
This post is also available in: Engels
Share
Nederlands 
English 
