Wereldleiders van de G20 zijn dit weekeinde bijeen in Canada om te praten over oplossingen voor de economische crisis. Het zakencentrum van Toronto kwam relatief goed door de crisis, maar is nu een vesting voor de topontmoeting. Scepsis overheerst.

Door Frank Kuin

TORONTO. Een hek van drie meter hoog op een basis van beton loopt dwars door het zakencentrum van de Canadese stad Toronto, waar dit weekeinde de topontmoeting wordt gehouden van de G20, de groep van rijke en opkomende economieën. Groepjes politieagenten staan op elke straathoek van de binnenstad, bij de torenhoge hoofdkantoren van de grote Canadese banken. Camera’s zijn bevestigd aan lantaarnpalen, veiligheidsmensen met donkere auto’s houden toezicht, en er staan grote borden met het opschrift ‘Road Closed’.

Voor een vrijdagmorgen is het onheilspellend stil in het zakendistrict, op een steenworp afstand van het congrescentrum waar de wereldleiders vandaag en morgen bijeenkomen. Normaal lopen hier tienduizenden werknemers van financiële instellingen gehaast over straat met hun Blackberry’s en koffie van Starbucks. Nu hebben de banken hun werknemers veelal opdracht gegeven om thuis te blijven, of om te werken op locaties buiten de stad, wegens de  grootschalige veiligheidsoperatie in het centrum. Downtown Toronto is een vesting, beducht voor demonstranten en terroristen.

Hoofdkantoren van enkele grote Canadese banken in het centrum van Toronto.

,,Het is stompzinnig’’, zegt Brad, een werknemer van Toronto-Dominion Bank die zijn achternaam niet wil geven. Hem is aangeraden geen pak te dragen, om niet het doelwit te worden van mogelijke demonstranten die het gemunt hebben op symbolen van de financiële sector. Het lichtbord op de hoek van King en Bay Street, waarop gewoonlijk aandelenkoersen voorbijstromen, is om die reden dichtgetimmerd. ,,Om het hele centrum van Toronto hiervoor af te sluiten gaat te ver’’, meent hij. ,,Ze hadden deze top moeten houden op een plek die makkelijker te beveiligen is.’’

In Toronto overheerst scepsis over de topontmoeting van de G20, en de staat van beleg die ervoor bijkans is afgekondigd. De kosten van de bijeenkomst zijn, mede wegens de beveiligingsoperatie, opgelopen tot 1,1 miljard Canadese dollar (860 miljoen euro) – vele malen hoger dan eerdere topontmoetingen, en op zijn minst een opmerkelijke uitgave in een tijd waarin begrotingstekorten opeens uit de gratie zijn.

Wat krijgen Canadese belastingbetalers voor die investering? Een bijeenkomst van twee dagen van een jonge, maar gebrekkig gedefinieerde groep landen, met weinig kans op overeenstemming over de drie hoofdpunten op de agenda. Dat is ten eerste de bestrijding van de economische crisis, inzet van een meningsverschil tussen de Verenigde Staten, die willen blijven stimuleren, en Europa, dat wil bezuinigingen wegens de schuldencrisis. Ten tweede komen onevenwichtigheden in internationale handel aan de orde, met als pijnpunt de waarde van de Chinese munt, de yuan, die volgens de VS kunstmatig laag wordt gehouden. En ten derde is er de kwestie van een bankenheffing om mogelijke toekomstige financiële reddingsacties te betalen.

Met name die bankenheffing ligt gevoelig in gaststad Toronto. De Canadese regering voert al maandenlang de oppositie aan tegen internationale afspraken over heffingen op banken, een concept dat is omarmd door de Verenigde Staten en de meeste Europese landen, waaronder Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Zij willen banken laten bijdragen aan een fonds dat kan worden gebruikt wanneer een van hen dreigt om te vallen, om zo belastingbetalers te ontzien als een redding nodig is. Een wereldwijde bankenbelasting om een toekomstige bankencrisis te voorkomen, was tot voor kort een populair idee.

,,Stabiliteit in de financiële sector bereik je niet met een belasting op financiële instellingen.’’

Consensus is echter ver te zoeken bij de G20, die wordt bijgewoond door ongeveer 25 landen.  Met name Canada, dat geen enkele bank heeft hoeven redden tijdens de financiële crisis, is fel tegen een uniforme bankenheffing. Met een dergelijke belasting zouden banken die zich goed hebben gedragen opdraaien voor de redding van instellingen die onverantwoordelijke risico’s hebben genomen, luidt het argument. Landen als China, Rusland, India en Australië zijn het met die Canadese positie eens.

Hoewel het idee van een internationale bankenheffing begin deze maand is verworpen bij een bijeenkomst van ministers van Financiën van de G20 in Zuid-Korea, leeft het nog steeds. De Britse aankondiging van een bankenheffing leidde deze week tot een oproep van Britse banken om bankbelastingen internationaal te coördineren; ook de Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble pleitte gisteren voor afstemming. ,,Als we na Toronto tot de conclusie komen dat het niet kan worden gedaan op een wereldwijde schaal, dan doen we het zelf in Europa,’’ zei hij.

De ‘Grote Vijf’ Canadese banken – Royal Bank of Canada, Toronto-Dominion Bank, Bank of Nova Scotia, Canadian Imperial Bank of Commerce, en Bank of Montreal – wijzen juist op strengere kapitaalseisen en beter toezicht op de naleving ervan, als de succesformule. ,,Het gaat om stabiliteit in de financiële sector, en degelijk risicobeheer,’’ aldus Nancy Hughes-Anthony , president van de Canadian Bankers Association. ,,Dat bereik je niet met een belasting op financiële instellingen. Wij hopen dat de G20 zich zal concentreren op de ontwikkeling van effectieve en eerlijke regels waarmee herhaling van de financiële crisis kan worden voorkomen.’’

This post is also available in: Engels

Tagged with:
 

One Response to Centrum Toronto is een vesting voor G20

  1. […] topontmoeting in het centrum van Toronto, die mede wegens een grootschalige veiligheidsoperatie 1,1 miljard Canadese dollar (860 miljoen […]

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *