Verveling, verwaarlozing en alcoholisme zijn de belangrijkste ingrediënten van het indianenbestaan in Davis Inlet, een afgelegen dorpje in Labrador. De Canadese regering geeft de Innu-indianen grond voor een nieuwe nederzetting en een nieuw begin.

Door Frank Kuin

Davis Inlet. Behendig bedekt Kistinis Poker de besneeuwde vloer van haar tent met een dik tapijt van dennentakken. Ze heeft ze in een vlot tempo van de omringende naaldbomen geknakt. Op handen en knieën achteruit werkend, legt ze ze zorgvuldig in een gelaagd zigzagpatroon, als isolatie tegen de extreme vrieskou van de Canadese oostkust. Haar man Prote verdeelt intussen met een elektrische zaag een stel omgehakte bomen tot brandhout voor de geroeste kachel in de tent.

davis inlet mapProte Poker staat aan het hoofd van een inheemse gemeenschap van ongeveer vijfhonderd mensen van de Innu-bevolking in noordoost-Labrador. In de nomadische traditie van het volk is de groep bezig om voor twee weken een tentenkamp op te zetten bij Etamaput, een locatie die traditioneel van spirituele betekenis is voor de Innu. De plek ligt ongeveer acht kilometer landinwaarts van Davis Inlet, hun permanente, moderne woonplaats op een eilandje langs de kust.

De tocht tussen de twee plekken voert langs een eindeloos, verlaten landschap van heuvels, sneeuw, ijs en naaldbomen. De zogenoemde Mushuau-Innu – letterlijk ‘Volk van de barre grond’ – weten in dit labyrint van bevroren meren en baaien de weg. Hun voorvaderen waren zesduizend jaar lang in de streek actief als nomadische jagers. Vandaag de dag navigeren jonge Innu hun snelle sneeuwmobielen, motorvoertuigen op ski’s, in de gure wind tussen Etamaput en Davis Inlet.

Innu-bevolking van Labrador keert terug naar tentenkamp

Davis Inlet heeft naam gemaakt in Noord-Amerika. Het afgelegen indianendorp staat bekend als een probleemgeval binnen de geplaagde inheemse bevolking van Canada. De moeilijkheden van Canadese aboriginals, van economische afhankelijkheid tot armoede en wanhoop, werden onlangs door een dure onderzoekscommissie opgetekend; vastgesteld werd dat de afstammelingen van de vroegste bewoners van Noord-Amerika – grofweg onder te verdelen in indianen, Inuit (eskimo’s) en Métis (een volk van gemengd indiaans-Europese afkomst) – er in het Canada van vandaag niet best aan toe zijn.

Sinds kort is er wat de Innu uit Davis Inlet betreft ook goed nieuws. Ze staan op het punt een ambitieus miljoenenexperiment te ondergaan. De wederopbouw van de gemeenschap moet hun sociale problemen verhelpen en een nieuw tijdperk inluiden in indiaans-blanke verhoudingen. Tijdens hun verblijf in het kamp zullen ze zich over dit project beraden.

Sneeuwmobiel bij aankomst in Etamaput, de plek van het tentenkamp van de Innu.

Sneeuwmobiel bij aankomst in Etamaput, de plek van het tentenkamp van de Innu.

Het is een komen en gaan van lawaaiige sneeuwmobielen met aanhangbakken. Voor haar tent splijt een oudere vrouw met een hakbijl stukken brandhout. Verderop wordt een kariboe, de traditionele prooi van Innu-jagers, aan stukken gesneden. In vaak oververhitte tenten wordt gekookt, brood gebakken en geslapen door grote families.

Voor de meeste Innu-indianen uit Davis Inlet vormt het jaarlijkse kamp een welkome afwisseling op de sombere sleur van hun thuisbasis. In hun eigen taal noemen ze die Utshimassits – letterlijk ‘de plaats van de baas’, de blanke man. Ze lieten er dertig jaar geleden, op initiatief van de Canadese autoriteiten, definitief hun nomadisch bestaan in tentenkampen voor achter. Het einde van de bonthandel met Europeanen had hun laatste nederzetting aan de kust overbodig gemaakt. De vestiging op het eiland was een poging van de Canadese provincie Newfoundland om de Innu betere levensomstandigheden te bezorgen in primitieve houten huisjes. Aangetrokken door de gemakken die hun in het vooruitzicht werd gesteld, zoals stromend water, gingen de indianen akkoord met het plan.

Nu, dertig jaar later, maken de Mushuau-Innu zich op voor de permanente terugkeer naar de streek van het tentenkamp. Verplaatsing moet de groep verlossen van problemen als verveling, verwaarlozing en alcoholisme, waar Davis Inlet bekend om is geworden. De regering in Ottawa heeft 85 miljoen dollar (ongeveer 115 miljoen gulden) uitgetrokken voor de unieke verhuizingsoperatie. Voor dat bedrag mogen de Innu zelf een nieuwe nederzetting van de grond af opbouwen.

“De blanke maatschappij komt ons eindelijk enigszins tegemoet”, zegt chef Poker, vooruitlopend op de besprekingen die de Innu de komende twee weken zullen voeren in het kamp. Een enorme ronde tent dient als vergaderzaal. Poker, die het overleg zal voorzitten, is goed gestemd. “Het vooruitzicht van de terugkeer naar deze plek heeft de gemeenschap goed gedaan”, merkt hij.

Op het eerste gezicht lijkt de poging om de Innu in Davis Inlet van aanvaardbaar onderdak te voorzien, redelijk geslaagd. Een gemoedelijke nederzetting in een spectaculair noordelijk heuvellandschap, een uitgestrekte verzameling bungalowtjes, rokende schoorstenen in de sneeuw. Kinderen spelen er na schooltijd opgewekt buiten. Volwassenen scheuren voorbij op hun sneeuwmobielen, van en naar de kruidenierswinkel, of soms naar de landingsbaan aan de andere kant van de heuvel. Eens per dag landt een vliegtuigje uit Goose Bay, de dichtstbijzijnde blanke plaats, driehonderd kilometer naar het zuiden.

Davis Inlet

Davis Inlet

Bij nader inzien blijkt geen van de ongeveer zeventig verveloze, overbevolkte huisjes te zijn voorzien van stromend water of riolering. Alleen de katholieke non en de twee blanke politiemannen die over de gemeenschap waken, beschikken over die voorzieningen. De maagdelijke sneeuw verbergt hopen afval die de Innu buiten hun huisjes hebben gedumpt. Het stinkende puin – uitwerpselen, luiers, verpakkingen, etensresten – ontdooit gelukkig alleen in de korte zomers. De kinderen lopen doelloos rond, min of meer aan hun lot overgelaten en veelal zonder voldoende kleding tegen de kou. Door gebrek aan schoon drinkwater lijden velen aan huidinfecties en tbc.

De deur van het houten gebouwtje van de stamraad is volgeklad met teksten. ‘Hé chef’, luidt een van de opschriften, ‘we hebben nieuw land nodig’. Katie Rich, voormalig hoofd van de gemeenschap en nu voorzitter van de Innu Natie, een overkoepelend orgaan van alle ongeveer 1.500 Innu in Labrador, zit in haar kale kantoortje. Rich voerde jarenlang onderhandelingen met Ottawa om de verplaatsing van haar gemeenschap goedgekeurd te krijgen. De Mushuau-Innu konden maar moeilijk wennen aan de vaste behuizing in Davis Inlet, vertelt ze. “Mijn moeder had eerst geen idee wat ze in de kasten moest stoppen.” Zelf was Rich een klein meisje ten tijde van de vestiging op het eiland. “Mijn moeder wist niet waar we bedden voor nodig hadden. Wij waren gewend op kariboehuiden te slapen, op de grond.”

In één generatie schakelde de gemeenschap over van een traditioneel bestaan in tentenkampen op een armoedige, half-Westerse levensstijl met sneeuwmobielen en televisie. En met de bijbehorende sociale problemen. Om te beginnen zat het overgrote deel van de bevolking zonder werk. Ook nu nog heeft slechts een klein aantal inwoners een baan in de plaatselijke school, de winkel of de kliniek; de rest is afhankelijk van werkloosheidsuitkeringen uit Ottawa – rond de driehonderd dollar per maand per familie. Van visserij is nooit iets terechtgekomen, mede doordat de Innu de toegezegde vissersboten nooit hebben gekregen.

Een paar maanden per jaar, als het ijs rond het eiland onbegaanbaar is, kunnen de indianen, afstammelingen nota bene van rondtrekkende jagers, noch per sneeuwmobiel, noch per boot het vasteland bereiken. Van verveling en afzondering weten ze niet wat ze doen moeten. “Het eiland is een gevangenis voor ons”, zegt David Nui, een jonge man die betrokken is bij de planning van de nieuwe nederzetting.

Een groot aantal dorpsbewoners greep naar de fles. Bij nachtelijke tochten van huis tot huis laten de drinkers zich vollopen met bier, sterke drank en eigen brouwsels. Op het dieptepunt van de alcoholverslaving in Davis Inlet, ongeveer vijf jaar geleden, was naar schatting driekwart van de volwassenen aan de drank. Meer dan vijftig bewoners dronken zich in de afgelopen twintig jaar van ellende en verveling dood.

Overmatig alcoholgebruik leidde tot geweld, diefstal en vandalisme, en tot verwaarlozing van de jongste generatie. “Verslaafde ouders zorgen niet goed voor hun kinderen”, zegt Veronica Rich, een jonge onderwijzeres in opleiding van de plaatselijke school. “Zodra ze hun geld binnen krijgen, kopen ze er drank van. Geld voor goed eten is er niet. De meeste kinderen komen zonder ontbijt naar school, omdat hun ouders ‘s ochtends niet thuis zijn. Ze zijn vaak de hele nacht uit drinken geweest bij anderen.”

“Het eiland is een gevangenis voor ons”

Een van de drinkmarathons leidde vijf jaar geleden tot een keerpunt in de problemen van het indianendorp. Terwijl een stel jonge ouders zich bij vrienden aan het bezatten was, ging hun huis in vlammen op. Hun zes kinderen kwamen in het vuur om. Water om de brand te bestrijden was er niet. Er volgde een diepgaand zelfonderzoek in de gemeenschap. Chef Poker besloot, evenals enkele anderen, te stoppen met drinken. “Ik begon met drinken toen ik dertien was”, vertelt Poker. “Ik leefde op alcohol. Het was te pijnlijk om nuchter te zijn.” Na een bedachtzame pauze voegt hij eraan toe: “Nu komen we eindelijk bij onze positieven.”

Kinderen van ongeveer vijf tot vijftien houden er hun eigen verslaving op na: ze snuiven benzinedampen op uit plastic zakjes, een gebruik met een hallucinerend effect. Volgens Veronica Rich beginnen kinderen er aan om aandacht te krijgen. “Ze willen naar een afkickcentrum gestuurd worden”, zegt ze, “buiten Davis Inlet, waar de actie is.” Zelf heeft Veronica zich een keer aan benzine gewaagd, toen ze tien jaar oud was. “Ik moest meteen naar het ziekenhuis.”

Vier jaar geleden werd een groepje snuivende kinderen in Davis Inlet op video vastgelegd. De zes kinderen, van twaalf tot veertien jaar, gilden, joelden, schreeuwden en scholden. Ze wierpen zich op de grond van de houten schuur en riepen dat ze dood wilden. Uitzending van de beelden op de Canadese televisie bracht een nationale schok teweeg, die uiteindelijk leidde tot overheidsfinanciering van het kostbare verplaatsingsproject.

De beelden uit Davis Inlet raakten een gevoelige snaar in de Canadese samenleving. Canada is een van de rijkste landen ter wereld en wordt door de Verenigde Naties jaar in, jaar uit uitgeroepen tot het land met de hoogste levensstandaard. Maar de ongeveer een miljoen aboriginals in het land delen nauwelijks mee in de welvaart. De meeste afstammelingen van ‘s lands vroegste bewoners leven aan de absolute onderkant van de Westerse maatschappij. De snuivers van Davis Inlet werden het nationale symbool van die tegenstelling.

“In heel Canada komt de inheemse bevolking er bekaaid vanaf”

Historisch beschouwd lijken de Canadezen vriendelijker met inheemse volken te zijn omgegaan dan de Amerikanen. In tegenstelling tot de Verenigde Staten, waar de indiaanse bevolking grotendeels werd uitgemoord, zijn in Canada nauwelijks oorlogen gevoerd met de aboriginals. De verhuizing naar reservaten geschiedde vreedzaam. De meeste Canadese aboriginals wonen in de nu ongeveer duizend reservaten, verspreid over het land. Maar woningen, water, riolering en andere voorzieningen zijn er meestal ver onder de Canadese maat. Bovendien moeten ze het stellen met minder land en zelfbestuur dan de overgebleven 1,4 miljoen indianen in de VS tegenwoordig tot hun beschikking hebben.

“In heel Canada komt de inheemse bevolking er bekaaid vanaf”, zegt John Joy, juridisch vertegenwoordiger van de Innu uit St. John’s, Newfoundland. “De gezondheidssituatie van aboriginals is alarmerend, het werkloosheidscijfer is alarmerend, het percentage aboriginals in gevangenissen is hoger dan dat van de blanke bevolking en ga zo maar door.” De toestand van de inheemse bevolking in Canada is volgens Joy in zekere zin te vergelijken met de voormalige apartheid in Zuid-Afrika, de indianenreservaten met zwarte thuislanden.

Statistieken bevestigen het negatieve beeld. Slechts 43 procent van de Canadese indianen heeft een baan, tegenover 61 procent in Canada als geheel. Inkomens voor blanke Canadezen liggen gemiddeld vijftig procent hoger dan die van aboriginals. De levensverwachting in inheemse gemeenschappen is zes tot zeven jaar korter dan bij blanken. Ziekte en zelfmoordpogingen komen er veel vaker voor, en het grootste deel van de inheemse kinderen leert niet verder dan de basisschool.

Veel inheemse kinderen krijgen geen onderwijs na de basisschool.

Veel inheemse kinderen krijgen geen onderwijs na de basisschool.

De vaak armoedige en ongezonde leefomstandigheden van de inheemse bevolking “doen meer denken aan ontwikkelingslanden dan aan Canada”, zo luidde een recente observatie van de Koninklijke Commissie voor Inheemse Volken in Ottawa. Deze raad, bestaande uit zowel inheemse als blanke Canadezen, werd in 1991 gevormd door toenmalig premier Brian Mulroney om alle problemen van de inheemse bevolking in Canada onder de loep te nemen. Na vijf jaar van studie en verhoren bracht de commissie onlangs haar vierduizend pagina’s tellend eindrapport uit.

Conclusie: het eeuwenlang gevoerde aanpassingsbeleid – het streven naar assimilatie van de inheemse bevolking in de Canadese in naam van gelijkheid – was fout. Bovendien zou de afhankelijkheid van sociale uitkeringen in inheemse gemeenschappen te wijten zijn aan “confiscatie van hun land”. Als aboriginals “een redelijk deel van land en grondstoffen” hadden kunnen houden, verklaarde de commissie, dan zouden de meeste inheemse volken nu waarschijnlijk economisch zelfstandig zijn.

De commissie riep op tot een drastische ommezwaai in de indiaans-blanke verhoudingen om de aboriginals uit de put te helpen. Om te beginnen zouden inheemse volken moeten worden erkend als naties, met recht op zelfbestuur binnen de Canadese federatie. Een grootscheepse herverdeling van land zou de ongeveer vijftig ‘First Nations’ van land en grondstoffen moeten voorzien. Achterstanden in levensomstandigheden, gezondheidszorg en onderwijs zouden de komende vijftien jaar moeten worden weggewerkt met een extra dertig miljard dollar aan overheidsuitgaven. Als Ottawa niets doet, besloot de commissie, dan zal de rekening van de slechte verhouding met aboriginals – nu geraamd op 7,5 miljard dollar per jaar aan sociale onkosten en misgelopen inkomsten – in twintig jaar oplopen tot 11 miljard dollar.

Commissie roept op tot drastische ommezwaai in indiaans-blanke verhoudingen

Blanke reacties op het rapport waren vernietigend. Dat er in een tijd van bezuinigingen meer geld kon worden besteed aan indiaanse zaken, werd direct in twijfel getrokken door de verantwoordelijke minister, Ron Irwin. Oppositieleden in het parlement wilden niets weten van speciale rechten voor aboriginals en wezen erop dat de economische afhankelijkheid van inheemse groepen moeilijk te doorbreken is zolang ze in afgelegen oorden wonen. Een opiniepeiling gaf aan dat veertig procent van de Canadese bevolking van mening is dat de indianen alle misère aan zichzelf te danken hebben.

Inheemse organisaties waren enthousiaster. Ovide Mercredi, voorzitter van de nationale assemblee van Eerste Naties, sprak van “de beste kans deze eeuw” om de problemen aan te pakken. Vorige maand ondernam zijn organisatie een rondreis langs Europese steden, waaronder Amsterdam en Den Haag, om de aandacht te vestigen op die problemen. “De Europeanen waren de kolonisten van Canada”, zei Mercredi in Londen. “De armoede van ons volk en zijn gebrek aan land zijn een direct gevolg van hun aanwezigheid. We willen duidelijk maken dat wij niet dezelfde levensstandaard genieten als de nakomelingen van de Europeanen.”

Kinderen spelen buiten zonder jassen of handschoenen.

Kinderen spelen buiten zonder jassen of handschoenen.

In Etamaput verkent een groot aantal Innu-kinderen het tentenkamp. Velen lopen zonder jas rond, met blote voeten in kaplaarsjes. Bij gebrek aan handschoenen houden de meesten hun handen in de mouwen van hun truitjes. Nieuwsgierig gaan ze, giechelend, met snottebellen en ongekamde haren, van tent tot tent. Anderen glijden op geïmproviseerde sleetjes van de omringende heuvels af, of laten zich joelend meeslepen achter overvolle sneeuwmobielen.

De herbouw van Davis Inlet in deze streek moet een historisch experiment worden. Wat er ook met het rapport van de Koninklijke Commissie gebeurt, het miljoenenproject rond de Mushuau-Innu vormt een van de meest ambitieuze en kostbare pogingen uit de Canadese geschiedenis om een Westerse levensstandaard te verenigen met zelfbeschikking van een inheems volk. In tegenstelling tot vroeger maakt de groep deze keer zelf de plannen voor de nieuwe nederzetting en verdeelt men zelf het geld bij de bouw. “We hebben genoeg fouten voor ze gemaakt”, heeft de Canadese premier Jean Chrétien gezegd. “Laat ze nu hun eigen fouten maar maken.”

David Nui ziet het positiever in. “Ik denk niet dat we dezelfde fouten zullen maken als in 1967, toen buitenstaanders onze huizen bouwden”, zegt hij. “Veel van onze mensen willen meewerken als timmerman, elektricien of loodgieter. Daar gaat het om bij dit project: scholing en ervaring voor onze eigen mensen.”

De locatie voor de nieuwe nederzetting hebben de Innu al gekozen: Nutuashish, niet ver van het tentenkamp. Drinkwater is er in overvloed en de bewoners zullen er het hele jaar vrij zijn om te gaan waar ze willen. Na de verhuizing willen de Innu bovendien het bestuur van hun dorp, inclusief onderwijs en rechtshandhaving, overnemen van de blanken. Er is zelfs een plan voor de economische onafhankelijkheid van de gemeenschap: een milieuvriendelijke waterenergiecentrale in de regio die vijftien vaste arbeidsplaatsen zou bieden en energie zou leveren aan twee Innu-gemeenschappen en een nabijgelegen nikkelmijn.

Toch is niet iedereen ervan overtuigd dat de verplaatsing een definitief einde zal maken aan de isolatie, de afhankelijkheid, de verwaarlozing, het alcoholisme, de snuiverij, de wanhoop. Kistinis Poker verwoordt de twijfels van zowel blanken als de Innu. “We weten nog niet zeker dat we onze problemen niet meenemen bij de verhuizing,” zegt zij. “We zijn aan een herstelproces begonnen en we moeten doorzetten. Maar een garantie dat alle problemen opgelost zullen worden, is er niet.”

 

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *