De wereldberoemde pianoproducent Steinway komt zo goed als zeker in handen van een private equityfirma. Steinway heeft een even groot stempel gedrukt op het internationale muziektoneel als op een stadsdeel van New York. Nu vrezen liefhebbers dat de fabrieken naar Azië verhuizen. 

Door Frank Kuin in New York

Al lang voordat je aankomt bij de oude fabriek van Steinway & Sons in de wijk Astoria van New York, is duidelijk dat de omgeving is gevormd door de rijke historie van de meest prestigieuze maker van piano’s ter wereld. De drukke hoofdstraat naar het negentiende-eeuwse complex in het stadsdeel Queens is Steinway Street. De buurt erom heen is Steinway Village, genoemd naar het dorp van ambachtslieden dat er werd gevormd toen het gebied verder nog grotendeels braak lag. Metrostation: Steinway.

Metrostation Steinway van de ondergrondse in New York.

Station Steinway van de metro in New York.

Dit is het grondgebied van Steinway, een bedrijf met een wereldnaam en een klinkende geschiedenis – maar een minder heldere toekomst onder nieuwe eigenaars. De oude pianoproducent komt zo goed als zeker in handen van de private-equityfirma Kohlberg & Company.

Binnen in het oude laagbouwcomplex worden al sinds 1873 piano’s en vleugels gebouwd voor ’s werelds toppianisten en andere rijke liefhebbers. Ongeveer 1.300 per jaar, allemaal met de hand. Klankborden, randen, snaren, hamers en toetsen: zorgvuldig worden ze door ongeveer 300 vaklieden in elkaar gezet tot instrumenten die de naam Steinway mogen dragen. Een grote meerderheid van concertpianisten speelt op een piano van het bedrijf, in 1853 gevormd door de Duitse immigrant Henry Engelhard Steinweg.

Fabriek van pianobouwer Steinway in Queens, New York.

Fabriek van pianobouwer Steinway in Queens, New York.

,,De originele missie van het bedrijf was om de beste piano’s te bouwen’’, zegt Anthony Gilroy, woordvoerder van het bedrijf. ,,En dat is nu nog precies hetzelfde. Er zijn weinig bedrijven in welke sector dan ook die 160 jaar na hun begin nog precies hetzelfde doen. Steinway & Sons is niet eens uitgebreid naar digitaal, het enige wat we doen is akoestische piano’s bouwen.’’

Vandaar dat het nieuws dat de pianoproducent in andere handen komt de afgelopen weken heeft geleid tot ongerustheid in de muziekwereld. Het Amerikaanse uitkoopbedrijf Kohlberg heeft 438 miljoen dollar (330 miljoen euro) geboden voor Steinway Musical Instruments, dat behalve Steinway’s ook piano’s van de merken Boston en Essex en andere instrumenten maakt. Het moederbedrijf rapporteerde gisteren een winst over het tweede kwartaal van 4,5 miljoen dollar – bijna een verdubbeling ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De omzet steeg van 85,7 tot 92,4 miljoen.

Investeringsfirma Kohlberg biedt 438 miljoen dollar voor Steinway

Het bod van Kohlberg komt neer op 35 dollar per aandeel – een premie van 33 procent ten opzichte van de koers voordat het bod vorige maand werd uitgebracht. Tenzij zich een alternatieve koper meldt, wordt Kohlberg, dat ook onder meer naaimachinemaker Singer de producent van ijshockeyuitrustingen Bauer onder zijn hoede heeft, de vierde eigenaar van de pianobouwer sinds de familie Steinway het bedrijf verkocht in 1972.

Tot schrik van muziekliefhebbers. ,,De angst is dat het gaat om mensen die niets weten van muziek of van piano’s, die niet met hun hart investeren in het product,’’ zegt Stuart Isacoff, pianist en auteur van het boek ‘A Natural History of the Piano’. ,,Er bestaat vrees dat ze er mogelijk alleen maar op uit zijn om meer geld te verdienen. Hopelijk zullen ze garanderen dat de kwaliteit van de instrumenten gehandhaafd blijft.’’

Vleugel van Steinway in de showroom van Steinway Hall.

Vleugel van Steinway in de showroom van Steinway Hall.

Kohlberg wil Steinway van de beurs halen. Sinds 1996 is Steinway Musical Instruments beursgenoteerd, met het symbool LVB naar Ludwig von Beethoven. Als privébedrijf zou het concern volgens Kohlberg beter in staat zijn om plannen te maken voor de langere termijn, zoals meer afzet in China, de belangrijkste groeimarkt voor piano’s. De Chinese markt wordt gekenmerkt door de opkomst van een vermogende klasse en een grote affiniteit met klassieke muziek. Dit in tegenstelling tot de VS en Europa, waar de vraag naar vleugels heeft geleden onder de crisis. Tussen 2005 en 2008 liep de verkoop met 20 procent per jaar terug, al is de afzet sinds 2009 weer aan het herstellen.

De accentverschuiving naar China baart Isacoff zorgen. ,,De nieuwe eigenaars beschikken mogelijk over de kennis om die markt beter te bereiken’’, zegt hij. ,,Maar als ze besluiten om het bedrijf winstgevender te maken door alles in Azië te gaan bouwen, lijkt dat me rampzalig. Dan raakt het bedrijf zijn rijke historische geheugen van vakmanschap kwijt.’’

Kohlberg zegt geen plannen te hebben om productie te verplaatsen vanuit New York, of de andere fabriek van het bedrijf in het Duitse Hamburg, die goed is voor nog eens ongeveer 1.200 piano’s en vleugels per jaar. Chris Anderson van Kohlberg schreef in een open brief dat de firma zich ten doel stelt ,,alles wat een piano van Steinway zo bijzonder maakt, te behouden en ondersteunen.’’

Steinway Hall in Midtown Manhattan.

Steinway Hall in Midtown Manhattan.

Maar pianisten zijn argwanend sinds Steinway eerder dit jaar de verkoop aankondigde van de Steinway Hall, een historisch pand in Manhattan met showrooms en oefenruimtes. Dat gebouw uit 1925, schuin tegenover de concertzaal Carnegie Hall, is voor vele muzikanten van grote cultuurhistorische waarde. Pianogrootheden Sergei Rachmaninoff en Vladimir Horowitz speelden er in de legendarische kelder. Eind volgend jaar moet Steinway het pand uit.

Nu vloeien er de klanken van Chopin uit een oefenruimte op de eerste verdieping. Concertpianist Beny Tu repeteert op een Steinway voor een soloconcert in het Lincoln Center, komend weekeinde. ,,Ik vind het jammer dat het bedrijf wordt verkocht, en dat dit gebouw verdwijnt’’, zegt hij. ,,Als pianisten houden we van Steinway wegens de rijke klanken. Ik maak me zorgen over de kwaliteit onder nieuw bestuur. Hun vakgebied is heel anders. De toekomst van het bedrijf is onzeker.’’

Concertpianist Beny Tu speelt op een vleugel van Steinway.

Concertpianist Beny Tu speelt op een vleugel van Steinway.

Bijna een monopolie

Steinway heeft een soort monopoliepositie op exclusieve concertvleugels. In de VS waren in het concertseizoen 2010-2011 ongeveer 97 procent van de vleugels van pianisten Steinway’s. Sinds 1853 zijn bij de twee fabrieken van Steinway in New York en Hamburg bijna 600.000 piano’s en vleugels gebouwd. Andere producenten van piano’s zijn het Japanse Yamaha, dat meer is gericht op machinale productie. Yamaha bezit het Oostenrijkse Bösendorfer, de oudste pianoproducent die nog bestaat. In de VS zijn Baldwin en Mason and Hamlin rivalen. In Duitsland zijn producenten Bechstein en Blüthner concurrenten van de vestiging in Hamburg.

Een vleugel: vanaf 55.000 euro

Een vleugel van Steinway bestaat uit ongeveer 12.000 onderdelen, van toetsen tot hamers tot snaren. Het bedrijf streeft voor elk van die componenten naar handgemaakte topkwaliteit. ,,Er zijn 12.000 manieren om op kwaliteit te beknibbelen en kosten te besparen’’, zegt woordvoerder Gilroy. Zo is het hout voor de klankborden afkomstig van zogenoemde Sitka-sparren uit Alaska en omgeving, dat speciaal wordt geselecteerd. IJzerwerk komt van een eigen dochterbedrijf, net als de toetsen. Snaren worden geleverd door het bedrijf Mapes in Tennessee. Prijzen van vleugels lopen uiteen van 55.000 euro voor het kleinste model tot 100.000 en hoger voor volwaardige concertvleugels.

Onderdelen voor een vleugel van Steinway.

Onderdelen voor een vleugel van Steinway.

‘Imagine’ komt van een Steinway

Vele bekende pianisten zweren bij hun Steinway. In de Steinway Hall in New York hangt een portret van componist Sergei Rachmaninoff, een vroege gebruiker die de piano’s ,,perfect’’ achtte. Vladimir Horowitz eiste dat zijn eigen Steinway concertvleugel met hem meeging op toernee, onder meer naar zijn geboorteland Rusland in de tweede helft van de jaren tachtig. John Lennon componeerde ‘Imagine’ op zijn Steinway, een witte vleugel. Onder de ongeveer 1.600 hedendaagse pianisten die zijn aangemerkt als ‘Steinway-artiesten’ zijn jazzmuzikanten Diana Krall en Harry Connick, Jr.

This post is also available in: Engels

 

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *