President Obama heeft nog altijd geen besluit genomen over de Keystone XL pijpleiding, het miljardenproject om ruwe olie uit de teerzanden van Alberta te vervoeren naar raffinaderijen in Texas. Milieuactivisten eisen dat Obama de pijplijn blokkeert. Canada zet, ondanks imagoschade, alles op alles om het groene licht te krijgen.

Door Frank Kuin

Montreal. Als verkopers van tweedehands auto’s trekken Canadese bewindslieden dezer dagen naar de Verenigde Staten om zware olie te slijten. Ministers, leiders van prairieprovincies, zakenlieden en diplomaten hebben een prachtproduct in de aanbieding voor hun Amerikaanse vrienden: bitumen, stroperige zware olie uit de teerzanden van Alberta. En ze zijn als de dood dat ze het niet kwijt kunnen.

Ontelbare tonnen bitumen liggen voor het opgraven in Canada, het stabiele buurland van de VS. Het ruwe materiaal kan, in verdunde staat, rechtstreeks de aderen van de zuiderbuur worden ingepompt, door middel van de voorgestelde Keystone XL pijplijn. Via dat miljardenproject kan teerzandolie uit de westelijke provincie Alberta worden vervoerd naar raffinaderijen in Texas, die geschikt zijn voor de verwerking van zware olie. Dat willen de oliedorstige Amerikanen natuurlijk maar wat graag – toch?

Met groeiende wanhoop proberen Canadese voorstanders van Keystone XL te voorkomen dat het omstreden project dit jaar wordt verworpen door president Obama. Milieuactivisten eisen dat Obama het plan afwijst, omdat de pijplijn de Amerikaanse afhankelijkheid zou vergroten van de teerzanden, een relatief vervuilende bron van olie. In vergelijking met conventionele olie ligt bij de winning, verwerking en het verbruik van olie uit teerzanden de uitstoot van broeikasgassen ongeveer 17 procent hoger.

Winning van olie uit de teerzanden in de Canadese provincie Alberta.

Winning van olie uit de teerzanden in de Canadese provincie Alberta.

Obama, die een besluit over het project eerder uitstelde, lijkt inderdaad te aarzelen – tot ongenoegen van de Canadezen. Ontwikkeling van de teerzanden, een gigantische voorraad onconventionele olie die met huidige technieken goed is voor naar schatting 170 miljard vaten, gaat al decennialang gepaard met grote logistieke uitdagingen en milieuproblemen. Maar met afwijzing door de Amerikaanse regering, die altijd op zoek is naar ‘energieveiligheid’, was in Alberta tot voor kort nooit rekening gehouden.

Afwijzing van de pijplijn, die 830.000 vaten per dag van Alberta naar Texas moet brengen, zou een vrij arbitraire vorm van milieubeleid zijn in de ogen van Canada, dat een vrijhandelsverdrag heeft met de VS. Sommigen noemen het hypocriet, want een groot aantal Amerikaanse staten wekt elektriciteit op met kolencentrales, ook niet bepaald zuinig met hun uitstoot. Als Obama het project blokkeert, dan dreigt een flinke bekoeling van Amerikaanse relaties met de regering van premier Stephen Harper, zelf afkomstig uit Alberta.

Gebrek aan markttoegang vormt rem op ontwikkeling oliezanden

Het vooruitzicht van een mogelijk veto door Obama plaatst Canada bovendien voor een kostbaar probleem: het land kan zijn olierijkdom nauwelijks op de markt brengen. Alberta heeft lang niet genoeg raffinagecapaciteit. Nog belangrijker is dat het geen kust heeft waar olietankers kunnen worden gevuld. Het raffinagecentrum in Texas, het grootste van de VS, beschikt over overslag voor tankers aan de Golf van Mexico, die de olie op de wereldmarkt kunnen brengen – een cruciaal motief voor Keystone XL.

Wegens het gebrek aan markttoegang brengt olie uit de Canadese oliezanden, die toch al relatief duur is om te winnen, aanmerkelijk minder op dan andere vormen van olie. Vergeleken met West Texas intermediate is het ongeveer 22 dollar goedkoper per vat; ten opzichte van Brent uit de Noordzee is de korting 39 dollar. Als gevolg van dit verschijnsel, dat bekend staat als de bitumen bubble (bitumen luchtbel), lopen de provinciale en federale overheden miljarden dollars aan olieopbrengsten mis.

Bovendien is het een rem op de ontwikkeling van de teerzanden. Hoewel regelmatig wordt ontkend dat het lot van de Keystone pijplijn directe gevolgen heeft op uitbreiding van de oliezanden, zoals tegenstanders beweren, is daar wel degelijk bewijs voor. Oliemaatschappijen stellen investeringen in de teerzanden uit. Ook al stelde de bestuursvoorzitter van Suncor, een van de grootste producenten in het teerzanden, onlangs: ,,De oliezanden worden ontwikkeld, en we vinden wel een weg naar de markt.’’

Megatanks voor olie in de plaats Nederland, een buurgemeente van raffinagecentrum Port Arthur aan de kust van Texas -- het eindpunt van de voorgestelde Keystone XL pijpleiding.

Megatanks voor olie in de plaats Nederland, een buurgemeente van raffinagecentrum Port Arthur aan de kust van Texas — het eindpunt van de voorgestelde Keystone XL pijpleiding.

De Keystone XL pijplijn is, ondanks de lengte van 2.700 kilometer, de meest voor de hand liggende weg. Een alternatieve pijplijn naar de Canadese westkust, van waaruit teerzandolie naar China en andere delen van Azië zou kunnen worden vervoerd, stuit op bezwaren van onder meer invloedrijke inheemse groepen. Zonder nieuwe pijpleidingen zijn oliemaatschappijen aangewezen op vervoer per spoor – nauwelijks een veiliger perspectief.

Vandaar dat de Canadese regering hard doorlobbyt in de VS. Niet alleen zijn de teerzanden een grote en berekenbare bron in een prettig stabiel land, zeggen bewindslieden als Joe Oliver, de Canadese minister van grondstoffen, tegen elke Amerikaan die luisteren wil, maar het is volgens hem ook een relatief ,,groene’’ vorm van energie. ,,De oliezanden zijn een groener alternatief dan sommige andere bronnen in de wereld’’, aldus Oliver onlangs in de VS, tot veler verrassing.

Helaas voor Oliver heeft de regering van premier Harper aan geloofwaardigheid ingeboet wat milieubeleid betreft met de verwerping van het Kyoto-protocol rond de uitstoot van broeikasgassen, eind 2011. Canada is het enige land dat het milieuverdrag wel heeft getekend, maar het later de rug heeft toegekeerd – een stap die het land, zelfs in de ogen van de grootste uitstoter ter wereld, de VS, tot zwart schaap heeft gemaakt op milieugebied.

Vele Canadezen schamen zich voor dat imago, en plaatsen vraagtekens bij de nietsontziende nadruk van de huidige regering op ontwikkeling van de teerzanden. Economen menen dat de export van ruwe grondstoffen niet helpt bij diversificatie van de economie. Ook zijn de teerzanden een doorn in het oog van sommigen in oostelijk Canada, waar industrie veel belangrijker is. Wegens de status van de dure Canadese munt als ‘oliedollar’ zijn andere Canadese producten de afgelopen jaren minder aantrekkelijk geworden voor de exportmarkt – een verschijnsel dat bekend staat als ‘Hollandse ziekte’.

Demonstranten protesteren in Ottawa tegen het klimaatbeleid van de Canadese premier Harper.

Demonstranten protesteren in Ottawa tegen het klimaatbeleid van de Canadese premier Harper.

Als de Keystone pijplijn niet doorgaat, dan is Canada de makkelijkste optie voor ontsluiting van de teerzanden kwijt. Het land zal dan een interne discussie moeten voeren over wat het met de oliezanden wil, en zijn eigen beslissingen moeten nemen over raffinage en vervoer van de grondstof. Die discussie zou wel eens negatief kunnen uitpakken voor premier Harper. Daarom is aanpappen met Obama vooralsnog zijn topprioriteit.

Tagged with:
 

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *