Bij een telefoonlijn in Québec kunnen organisaties advies inwinnen over dilemma’s van de multiculturele samenleving. Kan een islamitische leraar elke vrijdagmiddag eerder weg voor het vrijdaggebed in zijn moskee? Op zoek naar de grenzen van ‘redelijke tegemoetkoming’.

Door Frank Kuin

MONTREAL. Vrij vertaald staat de dienst bekend als ‘0900 – integratie’: een officiële telefoonlijn van de Commissie voor de Rechten van de Mens in de Canadese provincie Québec, waar organisaties en bedrijven advies kunnen inwinnen over dilemma’s die zich voordoen in de multiculturele samenleving.

Kan een groep fabriekswerkers van immigrantenafkomst worden gedwongen om de taal van het bedrijf te spreken aan de productielijn? Moeten orthodoxe christenen een dag vrij krijgen voor hun paasviering, of Chinezen voor hun Nieuwjaar? En kan een islamitische leraar elke vrijdagmiddag eerder weg voor het vrijdaggebed in zijn moskee?

Pand in Montreal waar de telefoonlijn is gevestigd.

In een kantoorpand in het oude centrum van Montreal buigt een klein team van juristen en sociologen zich over dergelijke kwesties. Van geval tot geval wordt raad gegeven over de vraag hoe ver een instantie moet gaan bij de tegemoetkoming van culturele minderheden. De adviezen zijn gebaseerd op het Handvest op de Rechten van de Mens van de provincie, jurisprudentie en geldende praktijken.

,,Er is een gestage stroom van situaties”, zegt Gaétan Cousineau, president van de mensenrechtencommissie. Sinds de telefoonlijn drie jaar geleden is opengesteld zijn er ongeveer 180 zaken behandeld, met betrekking tot onder meer religieuze feestdagen en kleding. ,,De dienst schept steun voor degenen die te maken hebben met verzoeken om tegemoetkoming’’, aldus Cousineau. ,,Wat is redelijk, wat is excessief, hoe ga je er mee om?”

Het unieke initiatief is voortgekomen uit een openbaar debat over ‘accommodement raisonnable’ (redelijke tegemoetkoming) van culturele en religieuze minderheden in de overwegend Franstalige provincie Québec, dat de afgelopen jaren is gevoerd: in hoeverre moet de seculiere samenleving zich schikken naar de wensen en gebruiken van nieuwkomers, zoals verzoeken om gebedsruimten en speciale voorzieningen of arrangementen op het werk?

Die discussie kwam op gang naar aanleiding van een aantal omstreden kwesties die veel publiciteit trokken, zoals het oordeel van het Canadese Hooggerechtshof dat een sikh leerling een kirpan, een ceremoniële dolk, mee naar school mag nemen – ondanks een verbod op wapenbezit op scholen. Die uitspraak zat velen in Québec dwars.

Dergelijke multiculturele aanpassingen liggen gevoelig in de overwegend Franstalige provincie. Want anders dan de rest van Canada, een immigratieland dat multiculturalisme heeft omarmd als de grootste gemene deler, is Québec fel gebrand op het behoud van zijn eigenzinnige culturele identiteit, gebaseerd op onder meer de Franse taal en een strikte scheiding van kerk en staat. De provincie vormt van oudsher een relatief klein cultureel eiland in de Noord-Amerikaanse zee van Engels, beducht voor invloeden die de kleine minderheidscultuur dreigen te verwateren.

„De Québécois zijn open, maar niet overtuigd van het multiculturele idee dat de meerderheidscultuur zich altijd moet schikken naar de gebruiken van minderheden”, zegt Jacques Beauchemin, een socioloog aan de Université du Québec à Montréal (UQÀM). Volgens Beauchemin is Québec in dat opzicht vergelijkbaar met Nederland, eveneens een relatief kleine samenleving die vreest voor het verlies van haar culturele waarden onder invloed van te grote openheid. „Mensen hebben gezien wat er in Nederland is gebeurd na jaren van ongebreideld multiculturalisme.”

Uitgangspunt van de raad is niettemin dat minderheden in principe recht hebben op tegemoetkoming, vooral wegens het gelijkheidsbeginsel van de grondwet. In geval van een conflict ligt de bewijslast bij de het bedrijf of de organisatie om aan te tonen dat honorering van een verzoek schadelijk zou zijn. ,,Tegemoetkoming is geen privilege, het is een recht”, zegt Cousineau. ,,Daarbinnen wordt van geval tot geval bekeken in hoeverre een verzoek redelijk is, of excessief.”

Zo heeft de raad geadviseerd om een islamitische leraar vrijdagmiddagen vrij te geven voor gebed; de school zou een vervanger kunnen vinden, en de vrije tijd zou moeten komen uit de vakantiedagen van de onderwijzer. Een Sikh die werkt bij een magazijn van etenswaren zou moeten worden toegestaan een zogeheten kara te dragen, een spirituele armband – ondanks een beleid van geen sieraden wegens hygiëne. De werknemer zou de armband kunnen dragen aan een ketting om zijn nek, of onder een handschoen, was het advies.

Beauchemin heeft bedenkingen bij de uitvoering van het initiatief. ,,Wat me zorgen baart is het uitgangspunt dat je absoluut moet schikken”, zegt hij. ,,Het beginsel is dat we te allen tijde onze verschillen moeten erkennen, en ze moeten waarderen en uitdragen. Ik ben er niet van overtuigd dat we altijd zo ver moeten gaan. Het bestaan van de advieslijn sluit niet uit dat we vraagtekens kunnen blijven plaatsen bij de tegemoetkoming van minderheden.”

Van geval tot geval: drie multiculturele vraagstukken

1 Taal op het werk
Werknemers van verschillende achtergronden spreken hun eigen talen – Russisch, Arabisch, Haïtiaans Creools – aan de productielijn van een middelgroot bedrijf. De ploegbaas begrijpt niet wat ze zeggen, en vindt dat werksfeer en efficiëntie worden belemmerd, en dat er sneller fouten worden gemaakt. Kan hij eisen dat de werknemers onder elkaar Engels of Frans spreken?

Het advies: hoewel van de werknemers mag worden verwacht dat ze Frans spreken met hun baas, kan niet worden geëist dat ze Frans spreken onder elkaar. Als de ploegbaas vindt dat efficiëntie beter kan, heeft hij de optie om daar met de werknemers over te praten en duidelijke verwachtingen te stellen. Hij kan wijzen op fouten en de prestaties later opnieuw evalueren.

2 Vrijdaggebed

Een moslim die werkt bij een voedselketen vraagt om een aanpassing van zijn werkschema, zodat hij op vrijdagen naar de moskee kan voor het vrijdaggebed. Tijdens de vakantieperiode was dat geen punt, maar met het hoogseizoen voor de deur vindt de baas dat de werknemer niet voor de helft van de vrijdag kan worden gemist. Hoe moet zij op het verzoek reageren?

Het advies: het verzoek kan niet worden afgewezen zonder degelijke onderbouwing, en aantoonbare pogingen om tot een werkbaar vergelijk te komen. Beide zijden worden aangemoedigd om met elkaar te praten over een oplossing. De werknemer zou bijvoorbeeld eerder kunnen beginnen op vrijdag, of na het gebed terugkomen om door te werken.

Socioloog Beauchemin oordeelt anders. ,,Dit is een typisch voorbeeld van wat we niet zouden moeten doen’’, vindt hij. ,,Ik zie geen reden om dit te accepteren. Godsdienst is een persoonlijke kwestie, iets dat niet bepalend moet zijn voor onze werkrelaties. Als ik in de adviesraad zat, zou ik aanraden om dit verzoek om tegemoetkoming af te wijzen.”

3 Orthodoxe feestdag

De baas van een klein bedrijf ontvangt van tien werknemers van orthodox-christelijke achtergrond een verzoek om een vrije dag voor de orthodoxe paasviering. De vraag komt slechts enkele dagen voor de feestdag. Volgens de baas zou de productie lijden onder de afwezigheid van een dergelijk groot aantal werknemers tegelijk. Wat moet hij doen?

Het advies: het verzoek is op zichzelf niet onredelijk, maar de korte bedenktijd is dat wel. ,,Redelijke tegemoetkoming is tweerichtingsverkeer”, schrijft de adviesraad; de werknemers moeten eveneens blijk geven van goede trouw. Niettemin doet het bedrijf er goed aan om op zijn minst een aantal van de werknemers vrij te geven, en hen het werk later te laten inhalen. Het bedrijf gaf vijf van de tien werknemers een vrije dag.

One Response to Telefoonlijn in Québec geeft advies over multiculturele dilemma’s

  1. […] wetsontwerp om religieuze symbolen te verbieden in de openbare sector, een maatregel gericht tegen religieuze minderheden. Marois wil het ambtenaren en werknemers van onder meer ziekenhuizen en scholen verbieden om […]

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *