Wereldleiders hebben bij de topontmoeting van de G20 in Toronto afgesproken begrotingstekorten terug te dringen — maar niet tegen elke prijs. Europeanen en Amerikanen kregen zo allebei hun zin op de bijeenkomst in Canada: wel bezuinigen, maar ook de economie stimuleren. Voor premier Balkenende was het de laatste grote topontmoeting.

Door Frank Kuin

TORONTO. Iedereen kan opgelucht naar huis. Oppervlakkig bezien lijken de regeringsleiders van de G20-landen dit weekend op hun top in het Canadese Toronto de eensgezindheid bewaard te hebben door vast te leggen in welk jaar ze hun begrotingen op orde moeten hebben.

In de slotverklaring spreken de lidstaten van de G20, die samen ongeveer 85 procent van de wereldeconomie vertegenwoordigen, af hun begrotingstekorten tussen nu en 2013 ten minste te halveren. Vanaf 2016 moeten ze vervolgens in staat zijn om hun staatsschulden terug te dringen.

Volgens de gastheer van de top, de Canadese premier Stephen Harper, toont het akkoord aan dat de G20-landen het eens zijn over het uiteindelijke doel: bevordering van wereldwijde economische groei. „Alle leiders beseffen dat sanering van de begrotingen geen doel op zichzelf is, en dat er op korte termijn ruimte blijft bestaan voor stimuleringsmaatregelen.”

Maar baanbrekend zijn de afspraken over verlaging van tekorten allerminst: de meeste Europese landen, in het nauw gebracht door de eurocrisis, hebben al bezuinigingsplannen aangekondigd om hun tekorten terug te dringen. Gastland Canada wil volgend jaar al een halvering bereiken. En in de VS heeft ook president Barack Obama zich al bij zijn aantreden in januari 2009 uitgesproken voor halvering van het tekort op de Amerikaanse begroting in 2012. Zo hoeft niemand reeds ingezet begrotingsbeleid te wijzigen.

En daarmee is er dan toch een informele verliezer van de top: de Verenigde Staten. Washington probeerde in de aanloop naar de top de landen met exportoverschotten, met name Duitsland, te overtuigen niet te snel een hard bezuinigingsbeleid te voeren. In Amerika leeft de vrees dat een beleid dat het roer te drastisch omgooit, het haperende economische herstel in gevaar zal brengen. Maar het staat de Duitsers vrij te saneren, net zoals het de Amerikanen vrij staat te stimuleren, mits de boel in 2016 maar op orde is.

Sinds het uitbreken van de wereldwijde economische crisis in het najaar van 2008 hebben de G20-landen op hun topontmoetingen in Washington, Londen en Pittsburgh afspraken gemaakt over stimuleringsmaatregelen ter bestrijding van de economische crisis. Het was die eensgezindheid die de G20 heeft gepromoveerd tot het belangrijkste forum voor internationaal economisch beleid.

Maar door het sturen van brieven en het schrijven van opiniestukken in kranten toonden regeringsleiders en hun ministers in de aanloop naar de top dat ze het oneens waren geworden over de timing van een omslag in beleid van stimuleren naar saneren.

„Voorafgaand aan deze top was een indruk ontstaan van verdeeldheid”, erkende president Obama gisteren na afloop van de bijeenkomst. „Maar vergeet niet dat de Verenigde Staten al eerder hebben gezegd dat we ons begrotingstekort willen halveren tussen nu en 2013. De maatregelen van de G20 passen dan ook bij onze opvatting dat het belangrijk is om op de middellange en lange termijn het hoofd te bieden aan hoge tekorten en schulden.”

President Obama houdt een persconferentie aan het einde van de G20-top in Toronto.

Maar, zei Obama erbij, „waar we wel voor hebben gewaarschuwd, is dat we niet met zijn allen tegelijk naar de uitgang moeten stormen.” Hoewel de algemene doelstelling van de G20 dezelfde blijft – bevordering van wereldwijde economische groei – lopen de middelen nu meer uiteen, erkende hij. „Elke economie is uniek, en elk land bepaalt zijn eigen koers.” Er staan dan ook geen sancties op overtreding van de gemaakte afspraken.

In de slotverklaring van de top was die moeizame balans terug te lezen. „Er is een risico dat gelijktijdige sanering van begrotingen in diverse grote economieën het herstel negatief beïnvloedt”, aldus de tekst. „Er is ook een risico dat een falen om noodzakelijke sanering van de begrotingen door te voeren het vertrouwen kan ondermijnen en groei kan belemmeren.”

„We moeten niet met zijn allen tegelijk naar de uitgang stormen”

Dat deze fase van de crisis de eensgezindheid onder druk heeft gezet, blijkt ook wel uit de discussie over een aanscherping van financieel toezicht. Op het gebied van een bankenheffing om mogelijke toekomstige financiële reddingsacties te betalen, zijn de landen van de G20 in Toronto niet tot een eensluidende aanpak gekomen. Een aantal Europese landen en de VS willen banken via een belasting laten bijdragen aan een fonds dat kan worden gebruikt wanneer een van hen dreigt om te vallen, om zo belastingbetalers te ontzien als een redding nodig is. Internationale coördinatie op dat gebied werd door hen bepleit.

Canada, dat geen enkele bank heeft hoeven redden tijdens de financiële crisis, heeft zich echter fel verzet tegen een internationale bankenheffing. Met een dergelijke belasting zouden banken die zich goed hebben gedragen opdraaien voor de redding van instellingen die onverantwoordelijke risico’s hebben genomen. Landen als China, Rusland, India en Australië zijn het daarmee eens. Harper meldde gisteren dat „de kwestie van bankenheffingen wordt overgelaten aan individuele landen”.

Wel is afgesproken dat kapitaalseisen voor banken zullen worden verscherpt zodat ze voortaan zonder staatssteun een crisis aankunnen. De uitwerking daarvan moet worden gebeuren op de volgende G20-top. Die wordt in november gehouden in de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoul.

Wereldleiders gaan gezamenlijk op de foto tijdens de topontmoeting van de G20 in Toronto. Vooraan als derde en vierde van rechts president Obama en de Canadese premier Stephen Harper, de gastheer van de top. Premier Balkenende staat op de tweede rij, vijfde van links.

De topontmoeting in het centrum van Toronto, die mede wegens een grootschalige veiligheidsoperatie 1,1 miljard Canadese dollar (860 miljoen euro) heeft gekost, werd het hele weekeinde verstoord door demonstraties van duizenden mensen. Relschoppers gooiden winkelruiten in en staken een politieauto in brand. De politie verrichte meer dan 600 arrestaties.

Balkende voor het laatst op G20-top

Premier Balkenende noemt het „een belangwekkend signaal” dat de landen van de G20 het in Toronto eens zijn geworden over de noodzaak om overheidstekorten terug te dringen, ondanks de indruk vooraf dat daarover onoverbrugbare meningsverschillen bestonden. Dat zei Balkenende na afloop van de top, waarschijnlijk zijn laatste ontmoeting met andere wereldleiders als premier.

„Tijdens de top was geen sprake van grote tegenstellingen”, aldus Balkenende. „Iedereen weet dat financieringstekorten omlaag moeten, iedereen weet dat we verder moeten met hervorming van de financiële sector. Uiteindelijk is dat ook in de conclusies terechtgekomen.” Dat er nuanceverschillen bestaan, baart hem geen zorgen. „Niet elk land kan exact hetzelfde doen. Het gaat om de richting die je met elkaar uitgaat.”

Stimulering van de economie hoeft niet synoniem te zijn met grote overheidsuitgaven, aldus Balkenende. „Als je de structuur van je economie versterkt, kun je de economie ook stimuleren. Je hoeft niet de traditionele Keynesiaanse benadering te hebben.”

Balkenende vindt het van belang dat Nederland betrokken blijft bij de G20. Ook al is het officieel geen lid van de organisatie, Nederland – met de zestiende economie ter wereld en een financiële sector die tot de tien grootste ter wereld behoort – is toch bij de meeste topontmoetingen aanwezig geweest. Voor Toronto kwam de uitnodiging op het laatste moment. „Het is elke keer weer knokken”, aldus Balkenende.

De vertrekkende premier heeft geen formeel afscheid genomen bij de G20, zegt hij. „Ik heb gewoon mijn werk gedaan. Ik heb namens Nederland gesproken, het was eigenlijk niet anders dan anders. Het werk gaat gewoon door.”

This post is also available in: Engels

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *