Amerikaanse militairen die weigeren te dienen in Irak hebben in Canada asiel aangevraagd. In Toronto worden ze door velen verwelkomd. Al tijdens de oorlog in Vietnam was de stad een toevluchtsoord voor dienstweigeraars. Maar ,,toen was het makkelijker.”

Door Frank Kuin

TORONTO. Darrell Anderson is ver weg van waar hij zou moeten zijn. De 22-jarige Amerikaanse soldaat had op dit moment moeten dienen in Irak, zijn tweede missie in de oorlog na een kerstverlof in zijn thuisstaat Kentucky. In plaats daarvan staat hij in de vrieskou en de sneeuw voor de deur van Grossman’s Tavern, een bluescafé in het centrum van de Canadese stad Toronto. Het café was ooit een broeinest van protesten tegen de oorlog in Vietnam.

Tot twee weken geleden kende Anderson geen mens in Canada. Hij was er nog nooit geweest. Nu wil hij hier voor de rest van zijn leven blijven. Teruggaan naar de Verenigde Staten, zijn familie opzoeken – het zal nooit meer kunnen, nu hij zonder toestemming is weggelopen uit het Amerikaanse leger.

Als deserteur zou hij in de VS een straf krijgen die kan variëren van enkele jaren cel tot, in theorie, de doodstraf. Omdat vervolging indruist tegen zijn overtuiging dat hij onder valse voorwendselen naar Irak is gestuurd, heeft hij zich in Canada gemeld als vluchteling.

,,Ik weiger om onschuldige mensen te vermoorden”, betoogt Anderson in de Tavern, over de klanken van Bob Marleys No Woman No Cry door een bluesbandje. Hij weigerde vorig jaar in Bagdad te schieten op een auto met een gezin dat hij op zijn weg vond, vertelt hij. Het kwam hem te staan op een waarschuwing. ,,Mijn land probeert iets van me te maken dat ik niet ben: een moordenaar”, zegt Anderson, die in 2003 bij het leger ging wegens de belofte van onderwijs en een kans om wat van zijn leven te maken. ,,Ik was bereid oorlog te voeren, om mijn land te verdedigen, maar niet om een ongerechtvaardigde oorlog te vechten die alleen maar is begonnen om geld.”

Darrell Anderson toont zijn legeridentificatie in Toronto. Foto CP

Anderson is een van een kleine groep Amerikaanse militairen (tien in het totaal), die hun toevlucht hebben gezocht in Canada om hun plichten te ontlopen in Irak en zich te onttrekken aan de in hun ogen onterechte vervolging in het thuisland. Omdat er geen vrijheid van emigratie bestaat tussen de twee buurlanden, hopen ze op den duur te worden erkend als vluchteling en te mogen blijven.

Er bestaat geen precedent. De asielaanvraag van een van Andersons voorgangers, de 26-jarige Jeremy Hinzman, fungeert als test case. Binnenkort zal een immigratiepanel een uitspraak doen. Ongeacht de uitkomst kunnen de deserteurs, wegens langdurige beroepsprocedures, voorlopig in Canada blijven.

De autoriteiten in de VS hebben hun ongenoegen uitgesproken over de deserties. Het is een in het oog lopend symptoom van het verslechterde moreel onder de troepen in Irak.

In Canada voert het opnemen van Amerikaanse dienstweigeraars en deserteurs terug op een rijke traditie.

De weglopers krijgen veel media-aandacht in de VS. Het is geen opsteker voor een leger dat jaarlijks ongeveer vijfduizend mensen kwijtraakt en moeite heeft nieuwe rekruten aan te trekken. ,,De mannen zijn verplicht om hun militaire contracten te vervullen,” zegt een woordvoerder van het Pentagon. ,,Wanneer ze naar dit land terugkeren, zullen ze worden vervolgd.”

In Canada voert het opnemen van Amerikaanse dienstweigeraars en deserteurs evenwel terug op een rijke traditie. Ten tijde van de oorlog in Vietnam trokken er naar schatting 55.000 man naar de noorderbuur. Velen bleven voorgoed, en sommigen maken nu deel uit van de War Resisters Support Campaign, een groep die de huidige deserteurs opvangt. Een van hen is Jeffry House, een jurist die in 1970 zijn dienstplicht ontliep door naar Canada uit te wijken. Hij vertegenwoordigt de nieuwe generatie bij hun hoorzittingen.

,,Destijds was het veel makkelijker om te komen,” vertelt House. ,,Premier Trudeau had in 1969 gezegd dat Canada een toevluchtsoord moest zijn van militarisme, en dat weigeraars hier welkom waren. Algemeen werd erkend dat je niet naar de gevangenis zou moeten als je niet naar Vietnam wilde.” Zo’n politieke verklaring is er nu niet, al helpt de steunonthouding aan de oorlog door de huidige Canadese regering volgens House wel. ,,Het zou onrechtvaardig zijn van Canada om te zeggen: wij steunen de oorlog in Irak niet, maar deze jongens moeten naar de gevangenis voor datzelfde standpunt.”

Amerikaanse deserteurs ten tijde van de oorlog in Vietnam krijgen raad in Toronto in 1967.

Juridisch gezien ligt het moeilijker voor de deserteurs. Om te worden erkend als vluchteling moeten ze aantonen dat ze het niet met hun geweten konden verenigen dat ze betrokken raakten bij mensenrechtenschendingen in Irak, en dat ze in de VS onterecht zouden worden vervolgd voor hun weigering daaraan mee te doen. ,,Voor de wet hebben ze een mogelijke zaak,” oordeelt Audrey Macklin, een expert op het gebied van vluchtelingenrecht aan de Universiteit van Toronto. Dienstweigeraars uit andere landen, zoals Iran, zijn om soortgelijke overwegingen als vluchteling erkend. ,,Maar politiek ligt het controversieel, omdat er weerstand bestaat om de VS te zien als een land dat mensenrechten schendt.”

Een andere uitdaging schuilt in het meest wezenlijke verschil tussen de Vietnamperiode en nu: de VS kennen geen dienstplicht meer. Vooral daarom hebben sommige media koel op de komst van de deserteurs gereageerd. Het Canadese dagblad National Post schreef in een afwijzend hoofdartikel over Hinzman dat ,,bij het Amerikaanse leger gaan niet hetzelfde is als een baan bij de [modeketen] Gap. Het is een langetermijnverbintenis, wat hij donders goed besefte toen hij hem aanging.”

,,Er is geen officiële dienstplicht, maar wel een via de achterdeur.”

De deserteurs werpen tegen dat ze weinig keus hadden. ,,Er is geen officiële dienstplicht, maar wel een via de achterdeur,” zegt ex-marinier David Sanders (20), die al anderhalf jaar in Toronto is. ,,Mijn dorp is geen rijkeluisplaats,” zegt hij. ,,Ik wilde er weg maar kon het me niet veroorloven om te gaan studeren. Ik ben bij de marine gegaan zodat dat wel kon. Ze dwingen je in feite om je als vrijwilliger te melden. Zo kunnen ze de armen het vuile werk laten doen.”

Hij erkent dat de afwezigheid van dienstplicht zijn zaak bemoeilijkt, maar gelooft toch dat hij een goede kans maakt. ,,We hebben een goede advocaat,” zegt hij laconiek. Ondertussen treedt hij op als spreker bij anti-oorlogsbijeenkomsten. Aan de arctische Canadese winter begint hij al te wennen. ,,Ik heb wel een beetje heimwee maar ik ben ervan overtuigd dat ik de juiste keuze heb gemaakt,” zegt hij. ,,Ik ben het niet eens met wat er in Irak gebeurt. De meeste Canadezen ook niet, en zij steunen ons.”

This post is also available in: Engels

Tagged with:
 

2 Responses to ‘Mijn land maakt een moordenaar van me’: Amerikaanse deserteur in Toronto

  1. […] zouden worden opgeroepen om te dienen in de oorlog in Vietnam bewoog Jacobs en haar gezin in 1968 uit te wijken naar het Canadese Toronto. Ook daar raakte Jacobs betrokken bij een succesvolle campagne om de aanleg te voorkomen van een […]

  2. […] Zalm, schopte het zelfs tot premier van de provincie. In de jaren zestig was er een toestroom van dienstweigeraars van de Amerikaanse westkust, wegens de oorlog in […]

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *