Varkenshouders Jaco en Jacqueline Poot emigreerden zes jaar geleden van Nederland naar Canada. In de Canadese provincie Alberta hebben ze gevonden wat ze in Nederland niet konden krijgen: ruimte en vrijheid. ,,We konden in Nederland geen kant meer op.”

Door Frank Kuin

BLOOMSBURY. Het erf van Jaco Poot in westelijk Canada biedt een weids uitzicht. Behalve een moderne varkensstal zijn alleen akkers en bomen te zien, voor zover het oog reikt. Ook in figuurlijke zin ontbreekt het zijn bedrijf nagenoeg aan obstakels — hier geen woud aan milieu- en vergunningsregels dat het boerenbedrijf in Nederland tot een administratieve rompslomp maakt.

Bloomsbury AB mapZes jaar geleden emigreerde Poot, een 35-jarige varkenshouder uit Schiedam, met vrouw Jacqueline en twee kinderen naar Canada. Bij Schiedam had hij ,,nog een heel klein stukje groen” van 1 hectare en had hij te maken met ,,een regering die zich overal mee bemoeit”. Nu bezit hij bij Bloomsbury in de provincie Alberta 128 hectare met drie varkensstallen en kan hij min of meer ongestoord zijn gang gaan. Canada biedt ondernemende boeren wat ze in Nederland niet kunnen krijgen: ruimte en vrijheid.

,,We konden in Nederland geen kant meer op,” zegt Poot. Behalve met gebrek aan land hebben veehouders te kampen met verstikkende regelgeving. Ze voelen zich eerder bejegend als milieuvervuilers dan als harde werkers. Sinds enkele jaren geleden ook nog varkenspest uitbrak, wordt de sector gestaag ingekrompen. Geen klimaat voor een ondernemende boer als Jaco Poot. ,,We zijn jong en je wilt vooruit,” zegt hij.

Jaco en Jacqueline Poot, varkenshouders uit Nederland die zijn geëmigreerd naar Alberta, Canada

Jaco en Jacqueline Poot, varkenshouders uit Nederland, op hun varkenshouderij in de Canadese provincie Alberta.

In Canada heeft hij zijn vleugels kunnen uitslaan. Uitbreiding van melkvee– en varkenshouderijen wordt er juist aangemoedigd. Akkerbouwers op de prairie in Alberta, ten oosten van de Rocky Mountains, willen de mest van de veehouderij maar al te graag hebben — een ongehoorde situatie in Nederland. Aan graan om de varkens te voederen is geen gebrek, en de Amerikaanse afzetmarkt is dichtbij.

,,De vooruitzichten in de varkenshouderij zien er heel goed uit,” aldus Poot. Bovendien zijn de regels duidelijk, zegt hij. ,,Ze zijn niet het ene jaar dit en twee jaar later worden ze weer bijgesteld. Je mag zoveel beesten per acre hebben, en bij het bouwen moet je zoveel voet van de weg af blijven.” Daarmee is het meeste wel gezegd.

,,De vooruitzichten in de varkenshouderij zien er heel goed uit”

Poot kon in Nederland zijn mestquotum nog net voor een goede prijs verkopen. In Canada nam hij een fokzeugenbedrijf over en liet hij een moderne, hermetisch afgesloten voederstal bouwen met een capaciteit van drieduizend vleesvarkens. Hij krijgt ze als biggen binnen, voedert ze op contract en levert ze later, wanneer ze 110 tot 115 kilo wegen, weer af. Mest verkoopt hij aan zijn buren en rijdt hij uit op zijn eigen akker, waar hij hooi verbouwt voor de varkens. Anderhalf jaar geleden kocht Poot er een tweede bedrijf bij, in de buurt. Hij voert nu 3.700 vleesvarkens en rijdt ,,met de farmtruck” heen en weer. ,,We hebben het dik naar ons zin,” zegt hij.

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *