Canada wil zo snel mogelijk 25.000 Syrische vluchtelingen
Op initiatief van de nieuwe Canadese premier Justin Trudeau haalt Canada in hoog tempo 25.000 Syrische vluchtelingen op uit Libanon en Jordanië. Vrijwilligers bieden onderdak en breien wintermutsen. „Het is een hele goede stap, heel menselijk.”
Door Frank Kuin
Montreal. Met een bos bloemen staan Nicolas Altawil en zijn twee dochters laat op de avond te wachten voor de deur van een tijdelijk welkomstcentrum voor Syrische vluchtelingen bij het vliegveld van Montreal. Een Canadees regeringsvliegtuig uit Libanon is zojuist geland met 161 vluchtelingen aan boord, onder wie de zwager van Altawil en zijn jonge gezin.
„Ze hebben alles verloren en achtergelaten in Damascus, ze zijn op zoek naar veiligheid,” zegt Altawil, die zelf 21 jaar geleden naar Canada emigreerde vanuit de Syrische hoofdstad. „Ze hebben bombardementen overleefd en zijn uitgeweken naar Libanon. Wij zullen ze welkom heten en laten weten dat ze hier thuis zijn.”
De familieleden van Altawil zijn onder de eerste Syrische vluchtelingen die zijn overgebracht naar Canada als deel van een ambitieus plan: maar liefst 25.000 vluchtelingen wil de nieuwe Canadese regering opnemen, en dat binnen drie maanden. Het plan, aangekondigd door premier Justin Trudeau na zijn beëdiging, is een van de topprioriteiten van zijn kabinet, na een belofte tijdens de verkiezingscampagne.
Trudeau deed die belofte begin september naar aanleiding van de foto van Alan Kurdi, het Syrische jongetje dat dood aanspoelde in Turkije, nadat een boot met vluchtelingen was omgeslagen in de Middellandse Zee. Kurdi had familie in Canada, die bleek te hebben geprobeerd om familieleden naar Canada te halen – maar een aanvraag zou zijn afgewezen door de Canadese overheid. Heel Canada sprak daar schande van.
„We hebben de kans om te laten zien waar Canada voor staat”
Volgens Trudeau, die razend populair is in Canada en daarbuiten sinds zijn klinkende verkiezingsoverwinning in oktober, is het initiatief een kans voor het land om zichzelf weer van zijn beste kant te laten zien op het wereldtoneel, na tien jaar conservatief beleid van zijn voorganger, Stephen Harper. Harper deed vluchtelingen regelmatig van de hand als „nep”, mensen die probeerden om voor te dringen bij de reguliere immigratiestroom.
„We hebben de kans om te laten zien waar Canada voor staat,” zei Trudeau half december bij aankomst van het eerste vliegtuig met vluchtelingen in Toronto. De 44-jarige premier overhandigde een gezin met een dochtertje een roze donsjasje voor de strenge Canadese winter. Een foto hiervan ging de hele wereld over. „Niet alleen tegenover een vliegtuig vol nieuwe Canadezen, maar ook aan de wereld om te tonen hoe we onze harten openen en mensen verwelkomen die uiterst moeilijke omstandigheden ontvluchten.”
De Canadese overheid heeft in anderhalve maand een infrastructuur opgetuigd om de komst van 25.000 vluchtelingen in goede banen te leiden. De kosten van de operatie worden voor 2016 geraamd op bijna 880 miljoen Canadese dollar (ongeveer 580 miljoen euro).
Een aanvankelijk doel om het volledige aantal voor het einde van dit jaar op te nemen bleek te hoog gegrepen; nu is het doel om ze voor 1 maart naar Canada te halen (ruim 2.000 zijn inmiddels in het land). Vooral na de aanslagen in Parijs wil men het selectie- en inspectieproces, dat normaal maanden of zelfs jaren kan duren, niet al te zeer te overhaasten.
Canada selecteert zijn vluchtelingen onder de Syriërs die zijn ingeschreven bij de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR, in Libanon en Jordanië. Om de selectie te maken zijn ongeveer 500 medewerkers van de Canadese immigratiedienst naar kampen in die landen gestuurd. Zij gaan de identiteit en papieren van vluchtelingen na, om zo goed mogelijk uit te sluiten dat er IS-infiltranten tussen zitten. De vluchtelingen krijgen een medisch onderzoek en moeten biometrische gegevens laten afnemen, zoals irisscans. Ook wordt met alle kandidaten een gesprek gevoerd. De selectie richt zich voornamelijk op ‘veilige’ gevallen als gezinnen met kinderen.
Vluchtelingen die zijn geaccepteerd – en die naar het verre Canada willen, want sommige Syriërs hebben aangegeven liever dichter bij huis te willen blijven – worden overgevlogen naar Toronto en Montreal. Soms met legervliegtuigen, maar Air Canada en andere maatschappijen hebben hulp aangeboden. Op de vliegvelden zijn aparte douanevoorzieningen ingericht.
Canadees enthousiasme staat in contrast met debat in buurland de VS
Direct na aankomst krijgen de vluchtelingen een permanente verblijfsvergunning, een pas voor het stelsel van gezondheidszorg en een sofinummer. Hiermee hebben ze dezelfde rechten als Canadezen: op werk, op zorg, op onderwijs. Alleen stemmen mogen ze pas als ze staatsburger zijn (wat na vier jaar kan worden aangevraagd).
In ‘welkomstcentra’ voorziet het Rode Kruis de vluchtelingen van winterjassen, mutsen en laarzen. Daarna kunnen ze mee met mensen die hen verder opvangen, zoals familieleden of vertegenwoordigers van hulporganisaties en kerken. Een groot deel van de vluchtelingen wordt ondergebracht bij mensen of organisaties die accommodatie hebben aangeboden. Wie geen direct contact heeft, wordt door de overheid ondergebracht. Sommigen krijgen tijdelijk onderdak op militaire bases. De vluchtelingen worden verspreid over het hele land, min of meer proportioneel naar de bevolking per provincie. Alle tien provincies doen mee.
Altawil vindt het een uitstekend initiatief. „Het is een hele goede stap, heel menselijk,” zegt hij. „Trudeau heeft snel gehandeld en dat stellen we zeer op prijs. We staan voortdurend met onze familieleden in verbinding en zullen ze nu helpen om hier een nieuw bestaan op te bouwen.”
Ook onder de Canadese bevolking, die zich sterk kan identificeren met nieuwkomers, is het initiatief aangeslagen. Duizenden mensen hebben zich gemeld als vrijwilligers om Syrische vluchtelingen onder te brengen of op andere manieren te helpen, en zijn met donaties gekomen om ze van voedsel, kleding, meubels en andere benodigdheden te voorzien. Een vrouw uit de provincie Quebec nam een initiatief om wintermutsen te breien, wat uitgroeide tot een collectief project om er 25.000 te maken. Sociale media staan bol van uitingen van barmhartigheid en nationale trots.
„De bereidheid van mensen om te helpen is enorm”
Paul Clarke van de hulporganisatie Action Refugiés Montréal spreekt van een „uitstorting van vrijgevigheid”. Volgens hem doet het initiatief vele Canadezen denken aan eerdere hulp van hun land aan vluchtelingen, met name de grootschalige opvang van bootvluchtelingen uit Vietnam in 1979 en 1980. „De regering toont leiderschap op het gebied van vluchtelingen, en de bevolking gaat er graag in mee. Mensen waren de bekrompenheid van de vorige regering zat. Alles is weer mogelijk, en dat heeft geleid tot een opbloei van gulheid onder de Canadese bevolking.”
Het Canadese enthousiasme voor de opvang van vluchtelingen uit Syrië staat in schril contrast met het debat in buurland de Verenigde Staten, waar meer dan de helft van de gouverneurs heeft verklaard geen Syrische vluchtelingen in hun staat te willen toelaten. President Obama wil het komende jaar 10.000 vluchtelingen uit Syrië naar de VS halen. In reactie op de aanslag in San Bernardino heeft de Republikeinse presidentskandidaat Donald Trump voorgesteld alle moslims toegang tot de VS te weigeren.
Trudeau, zoon van de voormalige premier Pierre Trudeau, die in de jaren ’70 een officieel beleid van multiculturalisme invoerde, staat juist voor een visie van diversiteit en openheid. „Dit is iets wat we kunnen doen in ons land omdat we een Canadees niet definiëren op basis van huidskleur of taal of godsdienst of achtergrond, maar op basis van waarden, aspiraties, wensen en dromen die niet alleen worden gedeeld door Canadezen, maar door mensen in de hele wereld.”
Weerstand is er in Canada nauwelijks. Zelfs degenen die kanttekeningen hebben geplaatst, zoals de opkomende Conservatief Brad Wall, premier van de provincie Saskatchewan, stellen voorop dat vluchtelingen welkom zijn. Wall drong aan op een grondig selectieproces, in de eerste plaats gericht op veiligheid en „zonder kunstmatige deadlines”. Zijn kritische uitspraken waren aanleiding voor een demonstratie.
Logistieke uitdagingen blijven ondertussen aanzienlijk, en het is de vraag of de deadline van 1 maart zal worden gehaald. Met nog 23.000 vluchtelingen te gaan lijkt niemand te weten wanneer het volgende vliegtuig aankomt, wie er aan boord zijn, waar mensen precies worden ondergebracht, en hoe alle gedoneerde spullen kunnen worden ingezet.
Toch maakt hulpverlener Clarke zich geen zorgen. „De regering heeft een hoop middelen, en de bereidheid van mensen om te helpen is enorm. Dus waar een wil is, is een weg. We kunnen mensen vrij snel opvangen.”
This post is also available in: Engels
Thema´s
- Het hoge noorden
- Atlantische provincies
- Quebec
- Ontario
- Prairies
- British Columbia
- Canada in de wereld
- Canada & Nederland
- Canada & VS
- Inheemse bevolking
- Immigratie en multiculturalisme
- Politiek
- Justitie
- Defensie
- Economie
- Sport
- Gezondheid
- Cultuur
- Canadese identiteit
- Natuur en milieu
- Wetenschap
- Toerisme
- Geschiedenis
- Religie
Meer over:
- Stephen Harper
- Terrorismebestrijding
- Klimaatverandering
- Grondstoffen
- Afghanistan
- Integratie
- Olie
- Teerzanden
- BlackBerry
- Nederlanders in Canada
- Vancouver 2010
- RIM
- Oliezanden
- Immigratie
- Shell
- Jean Charest
- Inuït
- Kredietcrisis
- NAFTA
- Leger
- IJshockey
- Leven in Canada
- Familie Khadr
- Zeeijs
- Rob Ford
- Barack Obama
- Demonstranten
- Kandahar
- Luchtvaart
- Mijnen
- Separatisme
- Grens Canada - VS
- Canada & Rusland
- Supreme Court of Canada
- Bevrijding
- Accommodement raisonnable
- Downtown Eastside
- Homohuwelijk
- Spoorwegen
- Parti Québécois