Vancouver bruist tijdens de Olympische Winterspelen van olympische energie en nationale trots. Dat is ongebruikelijk voor Canada. De traditionele bescheiden opstelling heeft plaatsgemaakt voor honger naar medailles. „Waarom mikken we niet eens op de eerste plaats?”

Door Frank Kuin

VANCOUVER. Normaal gesproken doet hij dit niet zo gauw, zegt hij, bij wijze van verontschuldiging. Maar Calvin Woodruff staat opgetogen te zwaaien met een Canadese vlag aan de drukke Granville Street in het centrum van Vancouver. ,,We zijn zo trots op Canada,’’ zegt de inwoner van de voorstad Surrey. Om alle twijfel weg te nemen is hij gehuld in een rode trui met het opschrift ‘Canada’; zijn vrouw draagt een roodwitte muts met het esdoornblad, de Maple Leaf. ,,We moedigen alle sporters aan, maar de Canadezen het hardst,’’ lacht hij.

Ze zijn niet alleen: een menselijke zee van rood en wit vult al tien dagen lang de straten en pleinen van de Canadese stad. Waar je ook gaat, van de olympische vlam aan de noordoever van het centrum, tot de ijshockeyarena aan de zuidkant, tot de voorstad Richmond met zijn olympische schaatshal, word je overspoeld door een mensenmassa gehuld in de Canadese nationale kleuren: rode Canadatruien, roodwitte ijshockeyshirts, sjaals, mutsen, wanten, vlaggen met het esdoornblad, roodwitte schmink en spandoeken met teksten als “Go Canada Go!”

,,De sfeer is echt geweldig, ik heb zelden zoveel vertoon van nationale trots gezien in Canada,’’ zegt Woodruff. ,,Canadezen voelen zich niet altijd op hun gemak om hun patriottisme te tonen, we staan eerder bekend als terughoudend en beleefd. Maar dit is een goed moment om het juist wel eens een keer te uiten. We mogen trots zijn op de spelen, op hoe onze stad eruit ziet. Nu is het moment om ons land en onze stad te delen met de wereld.’’

Canadese sportfans zijn in het centrum van Vancouver gehuld in de nationale kleuren.

Als sneeuw voor de zon is de scepsis verdwenen die in Vancouver heerste in de aanloop tot de Winterspelen. Inwoners van Vancouver, en Canadezen in de rest van het land, hebben de spelen omarmd als aanleiding om een Canadees feest te vieren. Mede door het prachtige lenteweer aan de Canadese westkust, vibreert de stad onophoudelijk van olympische energie – en nationale trots. De Winterspelen zijn het toneel geworden van een soort Oranjegekte van 17 dagen lang, maar dan op zijn Canadees.

Dat is ongebruikelijk in Canada. Behalve op ’s lands nationale feestdag, Canada Day (1 juli), lopen Canadezen meestal niet te koop met nationaal gevoel. Vlaggenzwaaien is iets dat ze liever overlaten aan hun zuiderburen; opschepperij past niet bij de Canadese volksaard. Die is überhaupt losjes gedefinieerd in een land dat is gevormd door twee linguïstische groepen (Engels en Frans), en nu wordt gekenmerkt door een multiculturele samenleving. De grootste gemene delers in Canada zijn het strenge winterklimaat en respect voor culturele verschillen. Verder wordt de Canadese identiteit in belangrijke mate bepaald door wat men niet is: Amerikaans.

,,Canada is heel divers,’’ betoogt Curtis Smith, een inwoner van Vancouver in de menigte op het centrale Robson Square, die een Canadese vlag draagt als cape. ,,Maar met de spelen kan iedereen zich identificeren, iedereen komt ervoor bij elkaar. Daar gaat het om. Wij juichen graag voor de underdog of de kleine jongen. Wij zijn de kleine jongen. We hebben misschien een reputatie van bescheidenheid, maar je krijgt niet vaak de kans om de thuisploeg aan te moedigen.’’

De Winterspelen van Vancouver worden daarom door organisatoren en politieke leiders van Canada beschouwd als een belangrijke bouwsteen bij de nationale vorming van het relatief jonge land. ,,Dit is een moment voor Canada om uit te blinken,’’ zei de Canadese premier Stephen Harper voorafgaand aan de spelen. ,,Laten we onze vlag hijsen, als een roodwit teken van een kalm en bescheiden patriottisme. De Maple Leaf symboliseert een Canada dat tijdens deze spelen zal laten zien dat het kan concurreren met de allerbesten.’’

De Canadese trots gaat echter verder dan de rol als gastland alleen; ‘Vancouver’ wordt ook gekenmerkt door een opmerkelijke nationale drang bij de sportcompetities op ijs en sneeuw. Dit is de derde editie van de Olympische Spelen in Canada, na Montreal (Zomerspelen 1976) en Calgary (Winterspelen 1988). In tegenstelling tot de eerste twee keren, toen geen enkele Canadese sporter een gouden medaille haalde, heeft Canada de passieve opstelling van ‘fijn dat jullie er allemaal zijn’ in Vancouver laten varen. Medailles willen de Canadezen zien, en liefst niet te weinig.

Skiër Alexandre Bilodeau won de eerste gouden medaille voor Canada — en verwierf op slag beroemdheid voor het leven.

Onder de naam ‘Own the Podium’ heeft Canada de afgelopen vijf jaar 110 miljoen Canadese dollar (78 miljoen euro) geïnvesteerd in training van topsporters met kansen op medailles bij de Olympische Spelen. Doel: een beter resultaat op eigen bodem dan de beste eindscore van Canada ooit bij de Winterspelen, de derde plaats in het eindklassement van Turijn, met 24 medailles. Tot veler verrassing stelde bescheiden Canada zich zonder pardon een ambitieus doel voor Vancouver: eerste plaats in het medailleklassement.

,,We kunnen wel weer zeggen: wij willen derde worden, of tweede,’’ aldus Roger Jackson, hoofd van ‘Own the Podium’, ,,maar waarom mikken we niet op de eerste plaats?’’ Het programma heeft betaald voor eersteklas training, technologie en gezondheidszorg voor topatleten in wintersporten als schaatsen, skiën en snowboarden. ,,De keuze van dat doel heeft iedereen in staat gesteld om zich te concentreren om zijn uiterste best te doen.’’

Niet iedereen in Canada voelt zich echter op zijn gemak bij de grootspraak van ‘Own the Podium’, die door sommigen wordt ervaren als ‘on-Canadees’. Volgens Bruce Kidd, een professor aan de Universiteit van Toronto en een voormalige olympische hardloper (Tokio 1964), is de naam ,,ongelukkig’’ gekozen. ,,Ik ben het eens met het initiatief om topsporters te helpen uitblinken,’’ zegt hij. ,,Maar ‘owning the podium’ suggereert een soort vijandigheid die niet past bij het verwelkomen van de wereld, en niet bij Canada.’’

De ambitieuze opstelling van de Canadezen heeft bovendien geleid tot stevige kritiek vanuit het buitenland. Volgens sommigen heeft Canada toegang voor buitenlandse deelnemers tot de faciliteiten als de schaatshal in Richmond en de glijbaan in Whistler teveel beperkt (Canada zegt dat geldende richtlijnen zijn gevolgd). Een Britse criticus ging zelfs zover om de dood van de rodelaar uit Georgië, tijdens een training op de openingsdag van de spelen, te wijten aan de gretige Canadese opstelling.

Zijn de Canadese gastheren op sommige punten doorgeschoten in hun nationale trots? Kidd nuanceert dat. ,,Het is zeker niet on-Canadees om voor goud te gaan,’’ zegt hij. ,,Er bestaat krachtige steun voor uitblinkers op alle gebieden in de Canadese samenleving. Maar opschepperij past niet zo goed. Er bestaat een sterke stroming van mensen die hun uiterste best willen doen om uit te blinken, maar niet op een agressieve manier, of ten koste van anderen. Dat is een echte Canadese norm.’’

Een toeschouwer zwaait met een Canadees vlaggetje tijdens de Winterspelen.

Halverwege de Winterspelen zijn de resultaten van ‘Own the Podium’ gemengd. Bij de extreme wintersporten als snowboarden en freestyle moguls hebben de Canadezen hoog gescoord, maar de Canadese alpineskiërs hebben het podium juist niet gehaald. Bij het schaatsen hebben de Canadese vrouwen drie medailles gewonnen op de lange baan en een op de korte; de mannen zijn daar niet in geslaagd. In totaal heeft Canada momenteel negen medailles, waaronder vier maal goud – een ruime achterstand op klassementsleider de VS met 24 medailles.

Nathalie Lambert, de chef de mission van het Canadese olympische team in Vancouver, heeft de doelstelling van een eerste plaats vanaf het begin genuanceerd. ,,Het zou prachtig zijn, maar het belangrijkste is dat we hier beter presteren dan ooit. Dus meer dan 24 is een succes.’’ Daarnaast is het kweken van talent op eigen bodem volgens haar een ,,unieke kans om rolmodellen en sporthelden te scheppen, en mensen te inspireren. Voor 17 dagen komen we allemaal bij elkaar onder de Canadese vlag. Dat is geweldig voor de nationale moraal.’’

This post is also available in: Engels

Tagged with:
 

One Response to Opschepperij past de Canadezen niet

  1. […] meestal op wat er fout is gedaan, zegt hij – bijvoorbeeld de vervolging van Japanners in Canada. De Canadese volksaard is nu eenmaal te zelfkritisch voor een hagiografische opsomming van eigen successen bij […]

Laat een reactie achter bij Canada moet leren pochen over oorlog | Standplaats Canada Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *